5. Buiten werking stellen
5.1. Lans en pistool
Ontkoppel de lans en berg deze op.
Zet de bedrijfsschakelaar op OFF.
Draai de wateraanvoer dicht.
Hoge- en lagedrukslangen oprollen.
5.2. Machine
Reinig indien nodig de waterfilter.
De handleiding binnen handbereik opbergen.
5.3. Water afvoeren
Reinig naar behoefte de watervoorziening.
5.4. Machine opbergen
Zorg dat de machine vorstvrij staat.
Wielspie's onder de wielen klemmen.
5.5. Gebruikte vloeistoffen milieuvriendelijk afvoeren
Er mogen geen vloeistoffen (antikalk, olie, ...) willekeurig geloosd worden omwille van het milieu!
Zorg daarom als gebruiker, steeds voor een milieuvriendelijke afvoer van deze vloeistoffen (zonder bodemveront-
reiniging) volgens de lokaal, geldende richtlijnen.
5.6. Transport
Let bij transport op het volgende:
Houdt de machine tijdens transport zoveel mogelijk horizontaal, hiermee voorkomt men dat er olie uit de pomp
lekt. Laad de machines met behulp van een heftruck, hydraulische laadvloer of een takel.
Sjor de machines (indien nodig) degelijk op de laadvloer vast.
5.7. Opslag bij vorsttemperaturen
Vervang de wateraanvoerslang door een kort stukje slang en hang dit met zijn uiteinde in de antivries, zodat de
machine de antivries kan opzuigen.
Haal de lans van het pistool en zet de machine in werking.
Spuit tot er antivries uit het pistool komt.
De machine is nu met antivries gevuld, stop de machine.
Tip: Door het uitstromende antivrieswater op te vangen, kan dit later worden hergebruikt.
DiBO n.v. 20