Quickie SR 45 Notice D'utilisation page 98

Waarschuwingen voor rolstoelgebruiker/begeleider
betreffende stabiliteit....
WAARSchuWInG!
Uitstrekken of leunen
Als u zich uitstrekt om iets te pakken of leunt, heeft dit een
effect op het zwaartepunt van uw rolstoel. Hierdoor kunt u
vallen of kan de rolstoel kantelen. Vraag bij twijfel om hulp
of gebruik een hulpmiddel om uw bereik te vergroten.
• Probeer NOOIT iets te pakken of te leunen als dit
betekent dat u uw gewicht naar de buitenzijde brengt, of
omhoog komt van de zitting.
• Pak NOOIT iets en leun NOOIT als u in uw zitting naar
voren moet bewegen om dit te kunnen doen. Houd uw
achterste altijd in contact met de rugleuning.
• Probeer NOOIT iets met beide handen te pakken,
hierdoor bent u niet in staat om uzelf op te vangen en
een val te voorkomen als de rolstoel kantelt.
•
Leun NOOIT en probeer nooit iets te pakken via de
achterzijde, tenzij de anti-tip wielen van uw rolstoel in
positie vergrendeld zijn.
• Pak NIETS en leun NIET over de bovenkant van de
rugleuning. Hierdoor kan één of kunnen beide stangen
van de rugleuning beschadigd raken, waardoor u kunt
vallen.
Als u toch moet iets moet pakken of wilt leunen:
•
vergrendel dan niet de achterwielen. Hierdoor ontstaat
een kantelpunt, en dit maakt de kans op een val of
kanteling groter;
• Plaats geen druk op de voetsteunen.
•
Wanneer u naar voren leunt, veroorzaakt dit druk op de
voetsteunen. Hierdoor kan uw rolstoel naar voren
kantelen, als u te ver naar voren leunt.
• Rij uw rolstoel zo dicht mogelijk bij het voorwerp dat u
wilt pakken.
• Probeer niet een voorwerp op te pakken van de vloer
door tussen uw knieën naar beneden te reiken. De
kans op kantelen is kleiner als u iets pakt via de zijkant
van uw rolstoel.
• Draai de voorwielen totdat ze zo ver als mogelijk is,
voorwaarts zijn. Hierdoor wordt de stoel stabieler.
OPMERKING:
om dit te bereiken: rijd uw rolstoel voorbij het voorwerp dat
u wilt pakken, rij vervolgens achteruit tot u er naast staat.
Door het achterwaarts rijden, komen de voorwielen in
voorwaartse stand te staan.
Pak met één hand een achterwiel of de armleuning stevig
vast. Dit kan helpen een val te voorkomen mocht de
rolstoel kantelen.
Wanneer u deze waarschuwingen niet in acht neemt, kan
dit leiden tot schade aan de rolstoel, vallen, kantelen, of
verlies van controle over de rolstoel. Bovendien kan het
leiden tot ernstig letsel van de rolstoelgebruiker of anderen.
WAARSchuWInG!
Achterwaarts rijden
Wees extra voorzichtig wanneer u uw rolstoel achterwaarts
rijd. Uw rolstoel is het meest stabiel wanneer u zelf voor de
voorwaartse beweging zorgt.
•
U kunt de controle verliezen of kantelen wanneer een
van de achterwielen tegen een voorwerp aanrijdt en
niet meer doorrolt.
•
Beweeg uw rolstoel langzaam en rustig voorwaarts.
•
Als uw rolstoel van anti-tip wielen is voorzien,
vergrendelt u deze op zijn plaats.
• Stop vaak en controleer of het pad vrij is van obstakels.
98
WAARSchuWInG!
het nemen van opstakels en en hellingen
Wanneer u een helling (bijv. een oprit of rijplaat) oprijdt of
oversteekt, verandert de balans van uw rolstoel.
Uw rolstoel is minder stabiel wanneer hij zich in een hoek
bevindt.
• Anti-tip wielen kunnen niet altijd voorkomen dat de
rolstoel omvalt of kantelt.
•
Gebruik uw rolstoel niet op hellingen steiler dan 10%.
(Een helling van 10% betekent dat er één meter
stijging is voor iedere tien meter lengte van de
helling).
• Ga altijd via een zo recht mogelijke lijn naar boven of
beneden. (Snij geen hoeken af op een helling of
oprijplaat).
•
Draai niet om en verander niet van richting op een
helling.
• Blijf altijd in het MIDDEN van de oprijplaat. Controleer
of de oprijplaat breed genoeg is zodat u geen risico
loopt dat een wiel over de rand gaat.
•
Stop niet op een steile helling Als u stopt, kunt u de
controle over uw stoel verliezen.
•
Gebruik NOOIT de achterwielvergrendeling om te
proberen de rolstoel langzamer te laten gaan of te
doen stoppen. Hierdoor zal uw rolstoel waarschijnlijk
naar links of rechts uitwijken en raakt u de controle
kwijt.
Wees extra voorzichtig:
• Bij natte of gladde oppervlaktes;
• Bij een verandering in het hellingspercentage in een
helling (of een richel, een bult of kuil). Deze
omstandigheden kunnen vallen of kantelen van de
rolstoel veroorzaken;
• Plotseling verval aan het einde van een helling Een
plotseling verval zo klein als een centimeter kan het
zwenkwiel doen stoppen waardoor de rolstoel naar
voren kantelt.
Om het risico op een val of kanteling te voorkomen:
•
Leun of druk uw lichaam naar voren wanneer u
HEUVEL OP gaat en naar achteren wanneer u
HEUVEL AF gaat. Dit helpt om de verandering van
het zwaartepunt, veroorzaakt door de helling, op te
vangen.
•
Houd druk op de hoepels om uw snelheid onder
controle te houden wanneer u naar beneden rijdt. Als
u te snel gaat, kunt u de controle verliezen.
• Vraag altijd om hulp als u twijfelt.
• Oprijplaten thuis en op het werk - voor uw veiligheid
moeten oprijplaten thuis en op uw werk altijd voldoen
aan alle wettelijke voorwaarden van uw land.
Wij adviseren:
•
Breedte: minstens 1.20 m.
• Vangrails: om het risico op een val te verlagen,
moeten de zijkanten van een oprijplaat zijn voorzien
van vangrails (of verhoogde randen van minstens 7,5
cm hoog).
•
Helling: niet meer dan 10%
• Oppervlakte: vlak en egaal, met een dun tapijt of een
ander stroef materiaal. (Let er goed op dat er geen
richel, hobbel of kuil in zit).
• Ondersteuning: oprijplaten moeten STEVIG zijn. Het
kan nodig zijn de oprijplaat van een verstijvingsbalk
te voorzien, zodat de oprijplaat niet doorbuigt
wanneer u er overheen rijdt.
• Vermijd een plotseling daling. Het kan nodig zijn bij
de op- of afgang van de oprijplaat een stukje
materiaal te plaatsen om de overgang geleidelijk te
maken.
SR45 Rev.1.0