6.3 STARTHULP VOOR 12 V-VOERTUIGEN
1. Schakel het contact en alle verbruikers op uw voertuig uit.
2. Zorg ervoor dat ten minste drie controlelampjes (min. 75% accucapaciteit)
van de laadindicator continu branden en dat de accupolen van uw voertuigaccu
niet vuil of geoxideerd zijn. Verbind het powerpack en de startkabel (positie 9 in
het overzicht) door de stekker van de startbox van de startkabel in de starthul-
paansluiting (positie 3 in het overzicht) van het powerpack te steken, zie afb. 2.
Zorg ervoor dat de stekker correct en stevig is ingestoken. Het controlelampje
van de startbox knippert afwisselend rood/groen.
3.Sluit eerst de rode pooltang van de startkabel aan op de pluspool en vervol-
gens de zwarte pooltang op de minpool van de voertuigaccu. De pooltangen
moeten stevig en betrouwbaar contact maken met de accupolen.
Als de kabels met omgekeerde polariteit zijn aangesloten of als er kortsluiting
is, brandt het controlelampje van de startbox rood en klinkt er een alarmtoon.
4. Als de startkabels correct zijn aangesloten, schakelt u het contact van uw vo-
ertuig in. Het controlelampje brandt nu continu groen.
5. Start de motor van uw voertuig. Laat de starter niet langer dan 3 seconden
werken. Mocht de motor niet starten, wacht dan minimaal twee minuten tot
u een hernieuwde startpoging doet. Ga na de derde mislukte startpoging niet
verder, maar controleer of er een defect aan uw voertuig is.
6. Trek de startkabel uit het powerpack. Verwijder vervolgens de pooltangen van
de voertuigaccu.
6.4 GEBRUIK VAN HET LED-LICHT/SIGNAALLICHT
Om de continue verlichting van de LED-lamp in te schakelen, houdt u de aan-/uitschakelaar (positie 6 in het overzicht) van het power-
pack ongeveer 3 seconden ingedrukt. Vervolgens kunt u de volgende verlichtingsfuncties na elkaar inschakelen door herhaald op de
schakelaar te drukken: Knipperen - SOS - UIT.
6.5 USB-APPARATEN OPLADEN
Selecteer de juiste aansluiting op de USB-4in1-kabel (positie 8 in het overzicht) voor uw USB-apparaat en sluit deze aan. Sluit de
USB-stekker aan op de USB-uitgang (positie 2 in het overzicht) van het powerpack. Druk op de schakelaar (positie 2 in het overzicht)
van het powerpack om het laadproces te starten.
Nadat het laadproces is voltooid, gaan de lampjes voor de laadstatus (positie 7 in het overzicht) uit. Koppel eerst de oplaadkabel los
van het powerpack en verwijder vervolgens de laadkabel van uw USB-apparaat.
7. ONDERHOUD EN VERZORGING
7.1 REINIGING
Reinig het mini-lithium-powerpack met een zachte doek en gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen. Laat
nooit vloeistoffen in de behuizing terechtkomen.
7.2 OPSLAG
Bewaar het mini-lithium-powerpack op een droge plaats als u het niet gebruikt. Stel het powerpack niet bloot aan vocht, olie, stof,
vuil, hoge temperaturen, sterke trillingen of mechanische belastingen. Bewaar het powerpack altijd met ontkoppelde startkabels om
kortsluiting tussen de pooltangen te voorkomen.
7.3 ONDERHOUD
Laad het powerpack om de drie maanden op als het niet wordt gebruikt.
8. INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU
Gooi elektrische apparaten niet weg bij het huisvuil! Elektrische en elektronische apparaten moeten gescheiden worden
ingezameld en op milieuvriendelijke wijze worden gerecycled. Meer informatie over het afvoeren van elektrische en elek-
tronische apparaten kunt u opvragen bij de gemeente of het stadsbestuur.
De materialen kunnen worden gerecycled. Door recycling of andere vormen van hergebruik van oude producten levert u
een belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons milieu!
9. CONTACT INFORMATIE
EAL GmbH
Otto-Hausmann-Ring 107
42115 Wuppertal, Duitsland
+49 (0)202 42 92 83 0
+49 (0) 202 42 92 83 – 160
Afb. 2: Startkabel aansluiten
Afb. 3: Controlelampje startbox
info@eal-vertrieb.com
www.eal-vertrieb.com
15