Start de motor van uw voertuig. Laat de starter niet langer dan 5-8 seconden werken. Mocht de motor niet starten, wacht dan
minimaal 3 minuten tot u een hernieuwde startpoging doet. Ga na de derde mislukte startpoging niet verder, maar controleer
of er een defect aan uw voertuig is.
Wanneer de motor loopt, verwijdert u eerst de zwarte (-) minkabel van de voertuigaccu en vervolgens de rode (+) pluskabel.
LET OP: Verwijder de startkabels altijd in deze volgorde. Er bestaat een risico op vonken.
Laad het powerpack na elke jumpstart opnieuw op.
De „Override"-functie gebruiken
Wanneer de voertuigaccu diep ontladen is, kan het powerpack de accuspanning niet automatisch detecteren.
In dat geval moet u de spanning op het powerpack instellen.
WAARSCHUWING: In de modus „Override" staat er altijd een spanning zonder zekering op de
pooltangen.
Lees de handleiding van uw voertuig om erachter te komen welke spanning u moet gebruiken om de jumpstart uit te voeren.
Zorg ervoor dat het powerpack volledig is opgeladen. Laad het powerpack indien nodig volledig op. Schakel het contact en
alle verbruikers, zoals verlichting, radio, stoelverwarming enz., op uw voertuig uit. Controleer of de accupolen van de accu van
uw voertuig vrij zijn van verontreiniging of oxidatie. Sluit de rode (+) pluskabel van het powerpack aan op de pluspool van de
voertuigaccu. Sluit de zwarte (-) minkabel aan op de minpool van de voertuigaccu. Zorg ervoor dat alle aansluitingen correct
zijn aangesloten. Druk op de „Override"-schakelaar (positie 6 in het overzicht) en vervolgens minimaal 2 seconden lang op de
schakelaar voor de accuspanning die geschikt is voor uw voertuig, 12 V-schakelaar (positie 8 in het overzicht), 24 V-schakelaar
(positie 7 in het overzicht). Op het display verschijnt nu „JUMP START READY" in de geselecteerde spanning, afb. 8.
Start de motor van uw voertuig binnen 30 seconden. Laat de starter niet langer dan 5-8 seconden werken. Mocht de motor
niet starten, wacht dan minimaal 3 minuten tot u een hernieuwde startpoging doet. Ga na de derde mislukte startpoging niet
verder, maar controleer of er een defect aan uw voertuig is.
Wanneer de motor loopt, verwijdert u eerst de zwarte (-) minkabel van de voertuigaccu en vervolgens de rode (+) pluskabel.
Laad het powerpack na elke jumpstart opnieuw op.
6.4 USB-APPARATEN OPLADEN
Sluit uw USB-apparaat aan op de voor uw apparaat geschikte USB-uitgang (positie 9 of 10 in het overzicht) van het powerpack.
Druk op de AAN-schakelaar (positie 5 in het overzicht) om het laden te starten. Wanneer het opladen is voltooid, verwijdert
u het USB-apparaat van de USB-uitgang van het powerpack. Het powerpack wordt na ongeveer 30 seconden uitgeschakeld.
20
Afb. 6: 12 V-starthulp
Afb. 8 Starthulp „Override", 12 V
Afb. 7: 24 V-starthulp