Aanwijzingen over de verschillende bereidingswijzen
Hierna wordt kort beschreven, waar op gelet moet worden bij de verschillende berei-
dingswijzen die met dit apparaat mogelijk zijn. Het is belangrijk om vooraf het hoofdstuk
'Basisgebruik van het apparaat' te lezen om vertrouwd te raken met de elementaire
werking van het apparaat. Met deze kennis kunnen vervolgens een oneindig aantal ge-
rechten op basis van willekeurige recepten worden bereid.
Over het algemeen is het niet nodig om het apparaat voor te verwarmen. Als de
gerechten op een heel specifi ek tijdstip klaar moeten zijn, adviseren wij om het
apparaat leeg voor te verwarmen en de betreffende levensmiddelen erin te doen,
nadat het HEAT (WARMTE)-verwarmingscontrolelampje is gedoofd.
De genoemde gaartemperaturen zijn richtwaarden, omdat gerechten zeer
verschillend zijn en ingrediënten verschillen op basis van hun herkomst, grootte,
vorm, kwaliteit en merk. De daadwerkelijke gaartemperaturen kunnen daarom
variëren. Vóór het serveren beslist ervoor zorgen dat de etenswaren volledig zijn
doorgegaard!
Koken
In principe wordt de kookschaal als een pan gebruikt.
1. Water c.q. de gewenste vloeistof en evt. andere ingrediënten in de kookschaal
doen. Zorg ervoor dat de hoeveelheid tussen de MIN- en MAX-markering staat. De
MAX-markering niet overschrijden!
2. Leg het deksel op de kookschaal.
3. Met de TEMP-draaiknop eerst 120 °C tot 140 °C instellen.
4. Schakel het apparaat in met de TIME (TIJD)-draaiknop.
5. Laat het apparaat tijdens het koken niet zonder toezicht! Stel een lagere temperatuur
in, zodra de vloeistof kookt. Af en toe doorroeren. Afhankelijk van het recept eventu-
eel extra ingrediënten toevoegen.
Opwarmen van gerechten
1. Soepen, sauzen etc. rechtstreeks in de kookschaal doen. Vlees, vis, groente etc. op
het rooster leggen. Wij adviseren om deeg- en vleesballetjes met stoom te verwar-
men (zie sectie 'Stomen').
2. De kookschaal afsluiten met het deksel.
3. De TEMP-draaiknop op 80 °C tot 100 °C zetten.
4. Schakel het apparaat in met de TIME (TIJD)-draaiknop.
5. Het apparaat niet zonder toezicht laten! Vloeibare gerechten af en toe doorroeren,
vaste levensmiddelen omdraaien.
Braden
Bij het braden (bakken) werkt de kookschaal als een koekenpan.
1. Een beetje spijsolie in de kookschaal doen.
2. Met de TEMP-draaiknop 180 °C tot 220 °C instellen om de kookschaal op te warmen.
3. Schakel het apparaat in met de TIME (TIJD)-draaiknop.
4. Als het HEAT (WARMTE)-verwarmingscontrolelampje uit is gegaan, het te bakken
levensmiddel in de kookschaal doen en aan beide zijden bakken. Indien nodig de
temperatuur lager instellen.
53
NL