o) Indeling tijdweergave
De tijd kan worden weergegeven in 24- of 12-uursindeling.
Bij 12-uursindeling verschijnt naast de uurtijd "AM" gedurende de eerste daghelft en "PM" gedurende
de tweede daghelft.
Wijzig de instelling met de toetsen " " resp. " " en bevestig met de toets "ENTER".
p) Alarm
Hier kunt u een wektijd instellen. Wanneer de hier ingestelde tijd is bereikt, klinkt een weksignaal en knippert het
weksymbool op de display.
U kunt het weksignaal beëindigen door op een toets op het weerstation of op de afstandsbediening te drukken.
Met de toetsen " " resp. " " selecteert u de uren en minuten, en schakelt u de alarm-/wekfunctie in of uit. Verander
de op de display in kleur gemarkeerde waarde met de toetsen " " resp. " ". Bevestig de instelling met de toets
"ENTER".
q) Signaalontvangst sensor
Met dit menu kan naar een buitensensor worden gezocht.
Selecteer de gewenste functie met de toetsen " " resp. " " en bevestig de instelling met de toets "ENTER".
• De instelling "Automatisch" is de basisinstelling voor de normale werking.
• Met de tweede optie kan handmatig naar een beschikbare buitensensor worden gezocht, bv. als de buitensensor
niet meer wordt gevonden na vervanging van de batterijen. Als u deze instelling selecteert, activeert het
weerstation de weerstationmodus en knippert het symbool "
volgende 4 minuten zoekt het weerstation naar beschikbare buitensensoren.
De buitensensor draagt ca. iedere 25 seconden de gemeten temperatuur en luchtvochtigheid over.
U kunt de meetgegevens ook handmatig laten uitzenden door op de toets "TX" (18) te drukken, indien
u het batterijcompartiment van de buitensensor hebt geopend (ook direct na het plaatsen van de
batterijen wordt een gegevenspakket met meetgegevens verstuurd).
Het bereik van het zendsignaal van de buitensensor is bij direct zichtcontact en zonder storende
invloeden max. 30m. Dit bereik wordt sterk beperkt door de nabijheid van elektrische apparaten,
metalen voorwerpen en kabels en ook door muren, bomen en isolatieglas met opgedampte
metaalcoatings.
Als het weerstation geen buitensensor vindt, dient u de buitensensor in de buurt van het weerstation
te leggen om hem te testen (houd een minimale afstand van 0,5m aan).
Na deze 4 minuten houdt het symbool op met knipperen; het zoek naar sensoren wordt automatisch beëindigd.
Op de display dient nu de meetwaarde voor temperatuur en luchtvochtigheid van de buitensensor te verschijnen.
118
" voor de buitensensoren. Gedurende de