Als de te maaien zone secundaire zones inhoudt, volgens de definitie in het hoofdstuk "Voorbereiding en Afgrenzing Werkzones",
moeten de secundaire zones geprogrammeerd worden om aan de robot aan te geven hoe deze secundaire zone bereikt kan
worden en met welke frequentie.
SEC. ZONE 1: functie om het automatisch maaien van een secundaire zone te bepalen.
-
Percentage: staat toe de afmetingen van de secundaire zone
die gemaaid moet worden in te stellen, ten opzichte van de
hele oppervlakte van het gazon. Hierna volgt een tabel die
gebruikt moet worden als referentie voor de configuratie.
•
10% wijst op een zeer kleine zone.
•
30% wijst op een zone van ongeveer ¹/3 van de hele tuin.
NL
•
50% wijst op een zone van ongeveer de helft van de hele
tuin.
•
80% wijst op een secundaire zone die groter is dan de
primaire zone.
•
100% elke keer wanneer de robot het herlaadstation verlaat,
zal hij de perimetrische draad volgen om de secundaire
zone te maaien.
-
Afstand: staat toe de afstand in te stellen die de robot nodig heeft om binnenin de secundaire zone te komen, door de
perimetrische draad te volgen. Het is verkiesbaar als referentie het midden van de secundaire zone te nemen, om er zeker
van te zijn dat de robot zijn werk binnenin die zone begint.
-
Richting: dit geeft de kortste looprichting aan om de secundaire zone te bereiken. De richting kan Met de Klok mee of Tegen
de Klok in zijn. Wanneer de robot de herlaadbasis verlaten heeft, zal hij de draad in de aangegeven richting volgen om de
secundaire zone te bereiken.
-
Wijze: geef de methode aan om de secundaire zone te bereiken. Gebruik de methode "Volg de kabel" indien er veel
hindernissen aanwezig zijn in de tuin binnenin de perimetrische draad (minder dan 2Mt) of wanneer er smalle doorgangen
(minder dan 2Mt) zijn om de secundaire zones te bereiken. In alle andere gevallen, is het verkiesbaar de methode "V-Meter"
te gebruiken.
•
"Volg de kabel". De robot bereikt de secundaire zone door de wielen bovenop de perimetrische draad te plaatsen.
•
"V-Meter". De robot bereikt de secundaire zone door de perimetrische draad te volgen op een afstand die varieert van
enkele centimeters tot 1Mt (3.2 ').
SEC. ZONE 2: functie om het automatisch maaien te bepalen van de secundaire zone nummer 2. De instelling voorziet dezelfde
configuratieparameters als de secundaire zone 1.
SEC. ZONE 3: (enkel voor sommige versies, zie "Technische Gegevens"). Functie om het automatisch maaien te bepalen van
de secundaire zone nummer 3. De instelling voorziet dezelfde configuratieparameters als de secundaire zone 1.
WIJZIGING PASSWORD: functie om het paswoord in te stellen of te wijzigen.
-
Nee: wanneer het voordien ingegeven paswoord niet gewijzigd wordt.
-
Ja: Voor ingave of wijziging van het paswoord dat gebruikt zal worden om de robot schakelen. De volgende gegevens
worden, in volgorde, gevraagd:
•
paswoord: het oude paswoord ingeven (default van de fabrikant 0000).
•
nieuw paswoord: voer het nieuwe wachtwoord in. Het wachtwoord moet anders zijn dan 0000.
•
pasw. herhalen: herhaal de ingave van het nieuwe paswoord.
Gebruiksvoorschriften
SECUNDAIRE ZONES - PROGRAMMERINGSWIJZE
VEILIGHEID - PROGRAMMERINGSWIJZE
secundaire zone 2
(20%, 30MT, tegen de klok in)
richting tegen de klok in
26
hoofdzone
secundaire zone 1
(30%, 60MT, met de klok mee)
Richting met de klok mee