Geeft het aantal keer aan dat de verlichte led knippert.
Vast brandende led.
Als er zich op beide pompen tegelijkertijd storingen/alarmen zouden voordoen, wordt het AFSTANDSALARM (relais
**
Q1,Q2,Q3) geactiveerd en gaat het ALGEMENE ALARM (rood) vast branden.
*
Het overstroomalarm kan zich maximaal 6 keer voordoen in 24 uur, daarna wordt het een blokkerend alarm.
Wateralarm = dit is een alarm dat wordt gegeven bij droogdraaien (te vol, overdruk in installatie enz.).
Pompalarm = dit is een alarm dat wordt geactiveerd om de pomp te beschermen (thermische beveiliging pomp, overstroom enz.).
Automatisch herstelbaar alarm = de besturingseenheid activeert de pomp weer als de oorzaak van het alarm wordt opgeheven, of, in de
gevallen waarin dit niet mogelijk is, doet hij met tussenpozen pogingen hiertoe.
Blokkerend alarm = de besturingseenheid houdt de pomp gestopt totdat er een handmatige reset wordt uitgevoerd.
Alarm druksensor = Als er een druksensor wordt gedetecteerd door het schakelbord met een configuratie van de dip-switches die niet coherent
is met de geïnstalleerde inrichting, wordt er een alarm gesignaleerd. Het schakelbord kan echter toch functioneren.
Als via de dip-switches werking met sensor wordt geselecteerd, maar er wordt geen sensor gedetecteerd door het schakelbord, dan worden de
pompen gedeactiveerd en wordt het alarm gesignaleerd. Als de druksensor correct geïnstalleerd is, maar het sensorsignaal ligt buiten het
meetveld, dan worden de pompen gedeactiveerd en wordt het alarm gesignaleerd.
Alarm dip-switches = Het alarm van de dip-switches wordt geactiveerd in de volgende gevallen:
Incoherentie dip-switches met de bijbehorende functies (onjuiste regeling).
Om het alarm te herstellen:
Zet de dip-switches in de juiste stand.
-
-
Druk op de RESET-toets.
Regeling dip-switches met spanning op schakelbord.
Om het alarm te herstellen:
Druk op de RESET-toets.
-
Beveiliging/alarm overstroom (stroombeveiliging) = Bij een ingreep door het overstroomalarm gaat het gele lampje van de betreffende pomp
P1 of P2 branden, dat aanwezig is op het frontpaneel van het schakelbord (par.8 – ref. 5/8). Voor elke pomp staat het overstroomalarm 6
automatische herstelpogingen toe, elke 10 minuten, in een tijdsbestek van 24 bedrijfsuren. Bij de zevende poging voert het schakelbord geen
automatisch herstel meer uit, tenzij na een handbediende reset door de gebruiker.
Beveiliging/Alarm Droogdraaien = De beveiliging/het alarm wegens droogdraaien wordt geactiveerd in de situatie met drukopbouw wanneer er
1 analoge druksensor wordt aangesloten. Deze beveiliging kan worden geselecteerd door DS_A4. Wanneer de druk daalt tot een waarde onder
0,5 bar gedurende circa 10 seconden, wordt het alarm geactiveerd zodat de pomp gestopt wordt en de gele led gaat branden (par.9 – ref. 5/8).
Na 1 minuut volgt 1 herstelpoging gedurende maximaal 30 seconden. Als deze poging lukt, wordt het alarm gereset - anders blijft de pomp in
geblokkeerde toestand.
13.1 Beveiliging/Alarm afkomstig van de digitale ingangen R en N
Digitale
ingangen
De 2 pompen stoppen met:
- signalering van een algemeen
R
alarm,
- signalering op afstand Q3
De 2 pompen stoppen met:
- signalering van een algemeen
alarm,
- signalering van een alarm tegen
droogbedrijf.
N
- signalering op afstand Q3
Let op! Als de klemmen R en N niet
worden gebruikt, moeten ze worden
overbrugd!
Functie Drukopbouw
en KIWA drukopbouw
Max. druk
Min. druk
NEDERLANDS
Vulfunctie
Min. niveau (in de tank)
De 2 pompen starten met:
- signalering van een algemeen
alarm,
- signalering op afstand Q3
Ingreep en herstel na 0,5 seconden.
Max. niveau (in de tank)
De 2 pompen stoppen met:
- signalering van een algemeen
alarm,
- signalering op afstand Q3
Min. niveau (waterreserve)
De 2 pompen stoppen met:
- signalering van een algemeen
alarm,
- signalering tegen
droogbedrijf.
- signalering op afstand Q3
Ingreep en herstel na 1 seconde.
Let op! Als de klem N niet wordt
gebruikt, moet hij worden overbrugd!
Als er niveauvoelers worden gebruikt
85
Ontwateringsfunctie
Max. niveau
De 2 pompen starten met:
- signalering van een algemeen
alarm,
- signalering op afstand Q3
Ingreep en herstel na 0,5 seconden.
Min. niveau
De 2 pompen stoppen met:
- signalering van een algemeen
alarm,
- signalering van een alarm tegen
droogbedrijf,
- signalering op afstand Q3
Ingreep en herstel na 1 seconde.
Let op! Als de klem N niet wordt
gebruikt, moet hij worden overbrugd!