7. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Verzeker u ervan dat de hoofdschakelaar van het vermogensdistributiepaneel in de stand UIT (0) staat en dat niemand de werking ongewild kan
hervatten, alvorens de voedingskabels te verbinden met de klemmen: L – N naar scheidingsschakelaar QS1.
WIJ DRINGEN AAN OP EEN CORRECTE, VEILIGE AARDING VAN DE INSTALLATIE, ZOALS WORDT VEREIST DOOR
DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN OP DIT GEBIED.
CONTROLEER OF DE AARDLEKSCHAKELAAR DIE DE INSTALLATIE BEVEILIGT CORRECT GEDIMENSIONEERD IS.
8. REFERENTIES AANSLUITSCHEMA
Ref
Functie (zie referenties op schakelschema's)
-QS1
Scheidingsschakelaar van de voedingslijn met vergrendelbare blokkeerhendel van de deur.
Aansluitklemmen EENFASE voedingslijn.
L – N
Neem de voorziene overeenstemming nauwgezet in acht.
KM1-KM2
Bedieningsschakelaars elektropomp P1 en elektropomp P2
L-N
Aansluitklemmen elektropompen P1 en P2
Neem de voorziene overeenstemming nauwgezet in acht.
L-N
Aansluitklemmen voor vlotter of drukschakelaar van maximale druk (P.max)
R
Als er een veiligheidsdrukschakelaar wordt gebruikt, moet de bypassbrug worden verwijderd die in serie is aangebracht tussen
7-8
de betreffende klemmen!
Elektrische kenmerken:24V AC 10mA, max. impedantie 55kOhm
Aansluitklemmen tegen drooglopen.
N
Als er een veiligheidsdrukschakelaar wordt gebruikt, moet de bypassbrug worden verwijderd die in serie is aangebracht tussen
9-10
de betreffende klemmen!
Elektrische kenmerken:24V AC 10mA, max. impedantie 55kOhm
Q1
Aansluitklemmen alarm elektropomp P1 van afstand (zie alarmentabel).
14-15
Contactkenmerken: potentiaalvrij contact, 250VAC/30VDC 5A, dubbele isolatie (AC 1)
Q2
Aansluitklemmen alarm elektropomp P2 van afstand (zie alarmentabel).
16-17
Contactkenmerken: potentiaalvrij contact, 250VAC/30VDC 5A, dubbele isolatie (AC 1)
Q3
Aansluitklemmen algemeen alarm van afstand (zie alarmentabel).
18-19
Contactkenmerken: potentiaalvrij contact, 250VAC/30VDC 5A, dubbele isolatie (AC 1).
ARBEIDSCONTACT MET GEVOED SCHAKELBORD EN ZONDER ACTIEVE ALARMEN.
13-14
Aansluitklemmen voor signalering "pompen worden gevoed" (P1 en P2)
Contacteigenschappen: NO 250V 3A (AC 15)
13-14
Aansluitklemmen analoge ingang voor druksensor.
H1
H1 – 11 = voedingsuitgang voor sensor: 24V, max 100mA.
11-12
H1 – 12 = ingangskenmerken: 4...20mA met DS_B7 op ON
1–2
Aansluitklemmen voor vlotter niveaucontrole in regenwatertank (tank 1)
(G1)
Elektrische kenmerken:24V AC 10mA, max. impedantie 55kOhm
3 – 4
Aansluitklemmen voor vlotter niveaucontrole in regenwatertank (tank 2)
(G2)
Elektrische kenmerken:24V AC 10mA, max. impedantie 55kOhm
5–6
Aansluitklemmen voor vlotter herstel drinkwatertank
(G3)
Elektrische kenmerken:24V AC 10mA, max. impedantie 55kOhm
7–8
Aansluitklemmen (RESERVE)
(G4)
9–10–11
Aansluitklemmen voor voeding driewegklep (EV1)
EV1
Elektrische kenmerken:230V AC 1A uitgang beveiligd met zekeringen
12–13–14
Aansluitklemmen signalering toestand drieweg-magneetklep (EV1)
EV1
Elektrische kenmerken:24V AC 10mA, max. impedantie 55kOhm
15–16–17
Aansluitklemmen voor voeding driewegklep (EV2)
EV1
Elektrische kenmerken:230V AC 1A uitgang beveiligd met zekeringen
18–19–20
Aansluitklemmen signalering toestand drieweg-magneetklep (EV2)
EV1
Elektrische kenmerken:24V AC 10mA, max. impedantie 55kOhm
21–22
Aansluitklemmen vlotter overloopcontrole in drinkwatertank
(G5)
Elektrische kenmerken:24V AC 10mA, max. impedantie 55kOhm
NEDERLANDS
79