Drukschakelaar Klockner Moeller type MCS
Draai de 4 schroeven los en verwijder het deksel.
De blokkeerschroef "B" gesitueerd in één van de 12 gaten van de
instelschijf "A" losdraaien en verwijderen (afbeelding 1).
Door de instelschijf "A" met de klok mee te draaien worden de
startdruk en de stopdruk tegelijkertijd verhoogd.
Door de instelschijf tegen de klok in te draaien worden ze
verlaagd (afbeelding 2).
Door de instelschijf "A" in te drukken en tegen de klok in te
draaien, wordt het verschil tussen de startdruk en de stopdruk van
de pomp verhoogd (de startdruk wordt lager terwijl de stopdruk
hetzelfde blijft).
Door de instelschijf "A" in te drukken en met de klok mee te
draaien, wordt het verschil verkleind (afbeelding 3).
De blokkeerschroef "B" terugplaatsen in het gat van de
instelschijf "A" en vastdraaien, zodat hij is uitgelijnd met één van
de twee schroefdraden onder de schijf zelf. (afbeelding 4)
Plaats het deksel terug en draai de 4 schroeven vast.
8.
COMPENSATIE-ELEKTROPOMP
8.1. De pompgroepen kunnen zijn uitgerust met een zelfaanzuigende compensatiepomp, modellen JET, met de perscollector
verbonden via een terugslagklep en een kogelafsluiter.
De
aanzuiging
EN 12845 – UNI 10779, onafhankelijk gehouden.
Houd de drukschakelaar die de compensatiepomp aanstuurt altijd afgesteld op start- en
8.2.
stopdrukwaarden die hoger zijn dan de anderen. Dit is noodzakelijk opdat deze pomp zijn functie van
compensatie van kleine drukverlagingen van de installatie kan uitvoeren alvorens de
hoofdelektropompen en -motorpomp te laten starten.
9.
ONDERHOUD
9.1.
Al onze groepen ondergaan een strenge beproeving voor zowel de elektrische als de hydraulische delen.
Het is daarom niet erg waarschijnlijk dat er zich problemen in de werking voordoen, en als dit gebeurt, is dit te wijten
aan externe of toevallige oorzaken.
Hieronder vindt u een tabel met enkele suggesties voor het verhelpen van storingen in de werking van de groep.
9.2.
STORINGEN
EEN VAN DE POMPEN VAN
DE GROEP ZUIGT ZICH NIET
VOL.
EEN VAN DE POMPEN VAN
DE GROEP START NIET.
daarentegen
wordt,
zoals
MOGELIJKE OORZAKEN
1.
Diameter aanzuigleiding niet groot genoeg;
teveel
verbindingsstukken
richtingsveranderingen van de zuigleiding
veroorzaken; sifoneffect.
2.
Zuigleiding verstopt.
3.
Luchtinfiltratie in de zuigleiding van de pomp.
4.
Voetklep geblokkeerd of verstopt.
5.
Afsluitklep
in
gesloten.
1.
Hoofdschakelaar
hoofdschakelaar hulpcircuit uitgeschakeld (in
stand "0").
2.
Magnetothermische
van de transformator en/of het hulpcircuit
defect of in werking getreden.
3.
Startaccu's dieselmotorpomp werken niet
goed.
4.
Elektrisch circuit onderbroken.
NEDERLANDS
voor
alle
pompen
die
bruuske
aanzuiging
gedeeltelijk
aandrijfkracht
en/of
beveiligingsschakelaars
45
van
groepen
volgens
OPLOSSINGEN
1.
Controleren of de zuigleiding correct is
uitgevoerd, volgens de aanwijzingen uit de
paragraaf "Installatie".
2.
Schoonmaken of vervangen.
3.
Middels een druktest de afdichting in de
verbindingsstukken, in de koppelingen en in
de leidingen controleren.
4.
Schoonmaken of vervangen.
5.
De klep volledig openen.
1.
Schakelaars
in
stand
controleren of de twee groene lampjes
(spanning correct) op het paneel gaan
branden.
2.
Indien ze defect zijn, vervangen.
Indien ze in werking zijn getreden, resetten.
3.
De efficiëntie van de acculaders in het
paneel van de motorpomp controleren
(controle opname met ampèremeters van
het motorpomppaneel)
Als de accu's niet goed werken, ze
vervangen.
4.
Met een tester het punt van onderbreking
opsporen en repareren.
de
normen
"1"
zetten
en