nl Uw apparaat leren kennen
4.3 Verwarmingsmethoden
Hier vindt u een overzicht van de verwarmingsmethoden. U krijgt aanbevelingen over het gebruik van de verwar-
mingsmethoden.
Symbool
Naam
Grill
Hete lucht
Circulatiegrill
Opmerking: Bij elke verwarmingsmethode geeft het ap-
paraat een voorgestelde temperatuur weer. De voorge-
stelde temperatuur kunt u overnemen of in het betref-
fende bereik wijzigen.
4.4 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
Warme lucht komt vrij via de ventilatiesleuven boven de
apparaatdeur.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
Dek de ventilatiesleuven niet af.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt. Wanneer het
apparaat in de magnetronfunctie wordt gebruikt, blijft
het apparaat koud, de koelventilator schakelt niettemin
in. De koelventilator kan blijven draaien, ook wanneer
het gebruik van de magnetron reeds is beëindigd.
Condenswater
Bij het bereiden kan in de binnenruimte en op de deur
van het apparaat condensvorming optreden. Condens
is normaal en heeft geen invloed op de werking van
het apparaat. Veeg na het bereiden het condens af.
168
Temperatuur /
Gebruik
standen
Grillstanden:
Platte grill-producten, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerech-
¡ 1 = zwak
ten gratineren.
¡ 2 = gemid-
deld
¡ 3 = sterk
40°C
Gistdeeg laten rijzen, slagroomtaarten ontdooien.
100-230°C
Op één niveau bakken of braden.
100-190°C
Voor het bakken van gevogelte, volledige vissen en grotere stukken
vlees.
4.5 Tankafdekking
De tankafdekking zit onder de apparaatdeur en maakt
toegang tot het opvangbakje en de watertank mogelijk.
4.6 Watertank
De watertank bevindt zich rechts achter de tankafdek-
king.