BELIChtIngsCorrECtIEs
Belichtingsmeters zijn afgestemd op een gemiddelde
grijswaarde (18 % reflectie), die overeenkomt met de
helderheid van een normaal, d.w.z. gemiddeld foto-
grafisch motief. Wanneer het gemeten detail van het
motief niet aan deze voorwaarden voldoet, kan een
belichtingscorrectie worden uitgevoerd.
Vooral bij meerdere opnames achter elkaar, bijv. als
om bepaalde redenen voor een serie opnames bewust
een iets krappere of ruimere belichting gewenst is,
kan de belichtingscorrectie een zeer handige functie
zijn. Eenmaal ingesteld, blijft deze in tegenstelling tot
het meetwaardegeheugen effectief tot (bewust) weer
wordt teruggesteld (meer over het meetwaardegeheu-
gen staat in het hoofdstuk op pag. 136).
Op de Leica M-E kunnen belichtingscorrecties in een
bereik van ± 3 EV in stappen van
/
1
3
steld (EV: Exposure Value = belichtingswaarde).
Instellen van de functie
Bij de Leica M-E zijn twee varianten voor de instelling
van een belichtingscorrectie beschikbaar: ze zijn per-
manente instellingen, d.w.z. ze blijven gehandhaafd
tot ze worden gewijzigd of teruggezet.
Daarmee kiest u gelijktijdig of u de instelling via het
menu of met de instelknop wilt uitvoeren.
De instelling via het menu wordt geadvisserd als u
bijv. al weet dat u een krappere/ruimere belichting
van uw motieven wilt hebben. De bijzonder snelle
variant met de instelknop is geschikt voor onverwacht
optredende situaties en maakt het mogelijk uw motief
ononderbroken in de zoeker te volgen.
A. Via het menu
1. Kies in het opnameparameter-menu (zie pag.
103/119) Exposure comp. (4.2.4) en
2. in het bijbehorende submenu de gewenste correc-
tiewaarde.
B. Met de instelknop
1. Kies in het hoofdmenu (zie pag. 102/119) Exp.
comp. setup (4.1.10) en
EV worden inge-
2. in het bijbehorende submenu Setting ring.
3. Door draaien van de instelknop (1.28) kunnen de
belichtingscorrecties worden ingesteld – rechtsom
voor positieve waarden, linksom voor negatieve.
C. Met ontspan- en instelknop
1. Kies in het hoofdmenu (zie pag. 102/119) Exp.
comp. setup (4.1.10) en
2. in het bijbehorende submenu Set. ring & rel. but..
3. Als de ontspanner (1.18) op het eerste drukpunt
wordt gehouden
1
, kan door draaien aan de instel-
knop (1.27) een belichtingscorrectie voor de
daarop volgende opname worden ingesteld.
Voor de ingestelde correcties geldt - onafhankelijk van
de wijze waarop ze oorspronkelijk zijn ingevoerd:
- ze blijven continu actief totdat ze handmatig op 0
worden teruggezet;
- ze kunnen zowel via het menu alsook met de instel-
knop worden teruggezet;
- ze worden in het opnameparameter-menu in de vorm
van EV-waarden, en in de zoeker in de vorm van
gewijzigde sluitertijden weergegeven.
Meer over de functie van de ontspanner staat in het hoofdstuk
1
vanaf pag. 114
137