dE IndICAtIEs
2.1.1
2.1.2
2.1.3
2.3
98
2.
In dE zoEkEr
2.1
Met LEd's (Light Emitting Diodes – lichtdioden)
(met automatische helderheidsregeling aange-
past aan het omgevingslicht
2.1.1 Digitale indicatie in vier posities en zeven seg-
menten met onder- en bovenliggende punten
Digitale indicatie:
– Indicatie van de automatisch gevormde slu-
itertijd bij tijdautomaat
langere sluitertijden dan 1 s
– Waarschuwing voor waarden onder resp.
boven het meetbereik of het instelbereik bij
tijdautomaat
2.2
– Indicatie van de belichtingscorrectie (kort-
stondig tijdens de instelling)
– Aanduiding van (tijdelijk) vol buffergeheugen
– Aanduiding van ontbrekende SD-kaart (Sd)
– Aanduiding van volle SD-kaart (Full)
Bovenliggende punt:
– Aanduiding (branden) van actief meetwaarde-
geheugen
2.1
Onderliggende punt:
– Aanduiding (knipperen) van actieve belichting-
scorrectie
1
De automatische regeling is voor Leica M-objectieven met zoeker-
adapter niet mogelijk omdat deze de helderheidssensor 1.4 afdekt
die de informatie hiervoor moet leveren. In zulke gevallen branden
de indicaties altijd met constante helderheid.
1
) voor:
, resp. afloop van
A
A
2.1.2 Twee driehoekige en een ronde LED:
– In het snapshot-profiel: ronde LED voor de
indicatie van de correcte belichting, rechter
driehoekige LED bovendien bij dreigende
overbelichting, linker driehoekige LED boven-
dien bij dreigende bewegingsonscherpte en/
of onderbelichting
– Bij handmatige instelling: gemeenschappelijk
als lichtschaal voor de belichtingsregeling
– Waarschuwing voor waarde onder het meet-
bereik
2.1.3 Flitssymbool:
– Paraatstatus flits
– Informatie over de flitsbelichting voor en na
de opname
2.2
Lichtkaders voor 50 mm en 75 mm
(voorbeeld)
2.3
Meetveld voor afstandsinstelling