NL
BELICHTINGSCORRECTIES
Sommige motieven bestaan voornamelijk uit meer dan gemiddeld
donkere of lichte gebieden, zoals grote sneeuwvlakten, of, andersom,
een beeldvullende zwarte stoomlocomotief. Met de belichtingspro-
gramma's
P
,
T
en
A
kan het in dergelijke gevallen beter zijn met een
aangepaste belichtingscompensatie te werken in plaats van met de
meetwaarde-registratie. Hetzelfde geldt in het geval dat u meerdere
foto's met een identieke belichting wilt maken.
1. Druk een keer op de bovenste,
• De bijbehorende balans verschijnt.
2. Stel de gewenste correctiewaarde met de linker- / rechterkant
van de kruisknop of het instelwiel in.
Ter beschikking staande waarden: van +3 t/m -3EV in
/
EV-stappen.
1
3
• De ingestelde correctiewaarde is op de schaal rood gemar-
keerd. Tijdens het instellen kunt u het eff ect op het donkerder
of lichter wordende LCD-scherm bekijken.
140
-kant van de kruisknop
EV +/-
3. Sla de instellingen op met de knop
de ontspanknop
• Het pictogram voor de belichtingscompensatie en de
ingestelde waarde verschijnen.
Aanwijzingen:
• In de tijd- en diafragma-automaatprogramma's (A/T) kan
belichtingscompensatie altijd direct, d.w.z. zonder de „omweg" via
de menu's, met de insteldraaiknop worden ingesteld.
• Als u de belichting handmatig instelt, is belichtingscompensatie
niet mogelijk.
• Met de bovenste,
EV +/-
-kant van de kruisknop roept u ook de
menu's voor belichtingsreeksen en fl its-belichtingscorrecties op.
Ze zijn in een oneindige lus geschakeld; u kunt ze daarom door
meermaals indrukken selecteren.
• Een ingestelde compensatie blijft actief totdat deze weer op ±
wordt gezet (zie stap 2), dat wil zeggen: ook na een aantal foto's te
hebben genomen en zelfs nadat u de camera hebt uitgezet.
, de knop
of
MENU/SET
INFO
0