wItBALAns
In de digitale fotografie zorgt de witbalans voor een
neutrale kleurweergave bij elk licht. De kleur die als
wit moet worden weergegeven, wordt vooraf voor de
Leica M-E ingesteld.
Bij de Leica M-E kunt u hiervoor uit tien verschillende
instellingen kiezen:
– Auto – voor de automatische regeling, die in de
meeste situaties neutrale resultaten oplevert,
– zeven vaste voorinstellingen voor de meest voorko-
mende lichtbronnen,
–
bijv. voor binnenopnames met (voorna-
,
melijk) licht van gloeilampen
–
1, bijv. voor binnenopnames met (voorna-
melijk) licht van TL-balken, bijv voor
woonruimten met warm licht van ca.
2700 K dat op het licht van gloeilampen
lijkt
–
2, bijv. voor binnenopnames met (voorna-
melijk) licht van TL-balken, bijv. voor
werkruimten en buitenverlichting met
koel licht van ca. 4000 K
–
bijv. voor buitenopnames in de zon,
,
–
,
bijv voor opnames met (voornamelijk)
elektronenflits-belichting,
–
bijv. voor buitenopnames bij bewolkte
,
hemel,
–
bijv. voor buitenopnames met het hoofd-
,
motief in de schaduw,
126
–
voor de handmatige instelling door meting en
– Kelvin setting
1
– voor een direct instelbare kleur-
temperatuur.
opmerking:
Bij het gebruik van elektronenflitsers die over de
technische mogelijkheden van een System-Camera-
Adaption (SCA) van het systeem 3000 en over de
adapter SCA-3502 (vanaf versie 4) beschikken, of een
overeenkomstig geïntegreerde voet, kan de witbalans
voor een juiste kleurweergave op Auto worden gezet.
Wanneer echter andere, niet speciaal op de Leica M-E
afgestemde flitsapparaten worden gebruikt die de wit-
balans van de camera niet automatisch omschakelen,
moet de instelling
worden gebruikt.
1
Kleurtemperaturen worden in principe in Kelvin aangegeven.
Instellen van de functie
Voor de automatische of een van de vaste
instellingen
1. Kies in het opnameparameter-menu (zie pag.
103/119) White balance (4.2.1) en
2. in het bijbehorende submenu de gewenste functie.