AutoMAtIsChE BELIChtIngssErIEs
Veel aantrekkelijke motieven zijn erg contrastrijk en
hebben zowel zeer lichte alsook zeer donkere gebie-
den. Afhankelijk van het deel waarop u uw belichting
afstemt, kan het beeldeffect verschillend zijn. In zulke
gevallen kunnen met de Leica M-E – bij tijdautomaat
– met de automatische belichtingsserie meerdere
alternatieven met gestaffelde belichting, d.w.z. met
verschillende sluitertijden worden gemaakt. Daarna
kan de geschiktste opname voor gebruik worden
geselecteerd of met bewerkingssoftware een opname
met zeer veel contrast worden gemaakt (trefwoord
HDR).
Beschikbaar zijn:
– 4 niveaus: 0,5 EV, 1 EV, 1,5 EV en 2 EV
– 3 aantallen opnames: 3, 5 of 7
– 2 volgordes: juiste belichting, overbelichting/en,
onderbelichting/en of onderbelichting/en, juiste
belichting, overbelichting/en.
opmerkingen:
• Bij het gebruik van de automatische belichtings-
serie zijn alle AUTO ISO-instellingen (zie pag. 128)
vastgelegd:
– De gevoeligheid die door de camera automatisch
voor de eerste opname is bepaald, wordt ook
voor alle andere opnames van een serie gebruikt,
d.w.z. deze ISO-waarde wordt tijdens een serie
niet veranderd.
– De instellingen in de submenu's AUTO ISO zijn
niet effectief, d.w.z. de sluitertijden van de came-
ra zijn volledig beschikbaar.
• Afhankelijk van de beschikbare combinatie sluiter-
tijd/diafragma kan het werkgebied van de automa-
tische belichtingsserie beperkt zijn. Voorbeelden
(altijd bij vastgelegde diafragma-instelling):
– Gemeten sluitertijd
1
/
s, belichtingsserie van
1000
5 opnames/2 EV: beperkte functie omdat de
–2 EV-opname
1
/
s zou vereisen.
16000
– Gemeten sluitertijd
/
s, belichtingsserie van
1
125
5 opnames/2 EV: onbeperkte functie omdat de
–2 EV-opname
/
s mogelijk is.
1
2000
– Gemeten sluitertijd
1
/
s, belichtingsserie van
1000
7 opnames/1 EV: beperkte functie omdat de
–3 EV-opname
1
/
s zou vereisen.
8000
– Gemeten sluitertijd
1
/
s, belichtingsserie van
500
7 opnames/1 EV: onbeperkte functie omdat de
–3 EV-opname
1
/
s mogelijk is.
4000
• Onafhankelijk daarvan wordt altijd het ingestelde
aantal opnames gemaakt en zijn daarom evt. meer-
dere opnames van een serie hetzelfde belicht.
• Voor series van 7 opnames zijn alleen de niveaus
0,5 EV en 1 EV beschikbaar.
• Automatische belichtingsseries zijn in combinatie
met de flitsmodus niet mogelijk. Als een geplaatst
flitsapparaat wordt ingeschakeld, vindt geen opna-
me plaats.
• De functie blijft actief tot deze weer in het menu
wordt uitgeschakeld. Als deze niet wordt uitgescha-
keld, vindt bij elke bediening van de ontspanner een
volgende belichtingsserie plaats.
Instellen van de functie
1. Kies in het opnameparameter-menu (zie pag.
103/119) Bracketing (4.2.5)
2. of u de functie wilt in- of uitschakelen.
3. Kies daarna in het hoofdmenu (zie pag. 102/119)
Bracketing setup (4.1.9),
4. in het bijbehorende submenu No. of exposures
resp. Sequence resp. EV increments en
5. in de submenu's de gewenste waarden of varianten.
139