Table des Matières
Publicité
FR
4.3. Installation
aérotherme
Avant d'installer l'aérotherme, il faut
évaluer si la structure à laquelle
l'aérotherme doit être fixé est apte à
supporter son poids.
L'aérotherme peut être positionné
aussi bien en position verticale,
accroché aux murs de l'édifice, qu'en
position horizontale, accroché au
plafond.
Pour avoir une bonne distribution
de l'air à l'intérieur de l'espace à
réchauffer, la distance optimale entre
deux aérothermes est comprise entre
6 et 12 mètres.
Si l'aérotherme est fixé au mur, il est
préférable de le placer à une hauteur
comprise entre 3 et 8 mètres au-
dessus du sol ; si l'aérotherme était
installé à une hauteur plus élevée,
il provoquerait une stratification
excessive de l'air chaud vers le haut,
alors qu'au contraire, s'il était installé
à une hauteur plus basse, l'air chaud
affecterait directement les personnes
se trouvant en dessous.
4.4. Installation
aérotherme avec étrier (A)
1. Percer deux trous, entraxe 130 mm,
sur la paroi où l'aérotherme sera fixé ;
2. Pour fixer la potence (1), utiliser
des chevilles appropriées au type de
paroi, dont la vis est caractérisée par
un diamètre maximal M10.
N.B. : S'assurer que le type de
cheville (en option) est adéquat au
type de mur et qu'il est à même de
soutenir le poids de l'aérotherme ;
3. Fixer la potence au mur en s'assurant
qu'elle est alignée verticalement.
Pendant la fixation, insérer les deux
rondelles Ø40 (2) fournies ;
4. Serrer la tige filetée ØM8 (3) dans
l'écrou qui se trouve sur le côté inférieur
de l'aérotherme ;
5. Fixer l'unité à la potence en insérant
la tige filetée dans la fente inférieure
de la potence ; puis, à l'aide de la vis
(6), fixer l'aérotherme ;
6. Bloquer la tige filetée à l'aide de
l'écrou M8 (7) ;
7. L'aérotherme est équipé de rondelles
antidesserrage (5) qui doivent être
utilisées afin de bloquer l'aérotherme.
AX EC
DE
4.3. Installation des
Lufterhitzers
Vor der Installation des Lufterhitzers
ist zu beurteilen, ob das Bauteil, an
dem der Lufterhitzer befestigt werden
soll, geeignet ist, dessen Gewicht
zu tragen.
Der Lufterhitzer kann sowohl aufrecht
- an den Wänden des Gebäudes
aufgehängt - als auch waagerecht -
an der Decke hängend - angeordnet
werden.
Der optimale Abstand zwischen zwei
Lufterhitzern muss zwischen 6 und
12 Meter betragen, um eine gute
Luftverteilung im zu erwärmenden
Raum zu gewährleisten.
Wenn der Lufterwärmer an der
Wand befestigt wird, sollte er auf
einer Höhe zwischen 3 und 8 Metern
vom Fußboden montiert werden;
eine höhere Anordnung würde eine
übermäßige Wärmeschichtung im
oberen Bereich verursachen, bei
einer niedrigeren Position dagegen
würde die warme Luft direkt auf die
darunter befindlichen Personen
strömen.
4.4. Installation
des Lufterhitzers mit
Aufhängung (A)
1. Zwei Löcher im Abstand von 130
mm in die Wand bohren, an der der
Lufterhitzer befestigt werden soll;
2. Zur Befestigung der Konsole (1)
für den Wandtyp geeignete Dübel mit
maximalem Schraubendurchmesser
M10 verwenden.
HINWEIS; Sicherstellen, dass der
Dübeltyp (nicht im Lieferumfang
des Geräts enthalten) für den
vorhandenen Wandtyp geeignet ist
und das Gewicht des Lufterhitzers
tragen kann;
3. Die Konsole an der Wand
befestigen und darauf achten,
dass sie senkrecht ausgerichtet
ist. Bei der Befestigung die beiden
Unterlegscheiben Ø40 (2) einsetzen;
4. Die unverlierbare Schraube ØM8
(3) in die Mutter schrauben, die sich
in der Unterseite des Lufterhitzers
befindet;
5. Das Gerät an die Konsole hängen,
indem die unverlierbare Schraube
in den unteren Schlitz der Konsole
eingeführt wird und dann den
Lufterhitzer mit der Schraube (6)
befestigen;
6. Die unverlierbare Schraube mit
der Mutter M8 (7) sichern;
7 .
I m
L i e f e r u m f a n g
d e s
Lufterhitzers befinden sich
Schraubensicherungsscheiben (5):
Diese müssen zur Befestigung des
Lufterhitzers verwendet werden.
NL
4.3. Installatie
luchtverhitter
Voordat u de luchtverhitter installeert,
moet u beoordelen of de constructie
waaraan de luchtverhitter bevestigd
moet worden, geschikt is om het
gewicht ervan te dragen.
De luchtverhitter kan zowel verticaal,
opgehangen aan de wand van het
gebouw, als horizontaal, bevestigd
aan het plafond, worden geplaatst.
De optimale afstand tussen twee
luchtverhitters moet, voor een goede
luchtverdeling in de te verwarmen
ruimte, tussen de 6 en 12 meter
bedragen.
Als de luchtverhitter aan de muur
bevestigd wordt, is het een goede
vuistregel dat hij op een hoogte
tussen 3 en 8 meter boven de grond
wordt geplaatst; als de luchtverhitter
hoger wordt geïnstalleerd, zou hij een
overmatige opwaartse gelaagdheid
van de warme lucht veroorzaken, maar
als hij lager geïnstalleerd wordt, zou
de warme lucht juist rechtstreeks de
mensen onder hem treffen.
4.4. Installatie
luchtverhitter met beugel
(A)
1. Boor twee gaten, met hartafstand
130 mm, aan de muur waar u de
luchtverhitter wilt bevestigen;
2. Voor de bevestiging van de beugel
(1) gebruikt u muurpluggen die
geschikt zijn voor het type muur met
een maximale schroefdiameter M10.
N.B: Zorg ervoor dat het type
deuvel (niet meegeleverd met het
apparaat) geschikt is voor het type
muur dat aanwezig is en voldoende
is om het gewicht van het apparaat
te dragen;
3. Bevestig de beugel aan de muur
en zorg ervoor dat deze verticaal is
uitgelijnd. De twee rondsels Ø40 (2)
die met het apparaat meegeleverd
zijn, moeten tijdens de montage
aangebracht worden;
4. Schroef de tapbout ØM8 (3) in de
moer die zich in de onderwand van de
luchtverhitter bevindt;
5. Bevestig de eenheid aan de beugel
door de tapbout in de onderste gleuf
van de beugel te steken; bevestig
vervolgens de luchtverhitter met de
schroef (6);
6. Borg de tapbout met de M8 moer (7);
7. Anti-ontgrendelringen (5) worden
meegeleverd met de luchtverhitter:
het is verplicht om de ringen te
gebruiken voor de vergrendeling van
de luchtverhitter.
37
RU
4.3. Установка
воздухонагревателя
П р е ж д е
ч е м
у с т а н о в и т ь
воздухонагреватель, необходимо
проверить, способна ли конструкция,
к которой он будет закрепляться,
выдержать его вес.
Воздухонагреватель может быть
расположен как в вертикальном
положении на стене здания, так и
горизонтальном на потолке.
Для хорошего воздухораспределения
в отапливаемом помещении
оптимальное расстояние между двумя
воздухонагревателями должно быть от
6 до 12 метров.
Если воздухонагреватель крепится
к стене, рекомендуется размещать
его на высоте от 3 до 8 метров над
полом; если высота больше, это может
привести к чрезмерному расслоению
горячего воздуха, стремящегося вверх,
и, наоборот, если она высота меньше,
горячий воздух будет воздействовать
напрямую на находящихся под
агрегатом людей.
4.4. Установка
воздухонагревателя с
кронштейном (A)
1. Просверлите на стене, в месте
крепления воздухонагревателя два
отверстия с межосевым расстоянием
130 мм.
2. Для крепления консольной опоры
(1) используйте дюбели, подходящие
для типа стены, с максимальным
диаметром винта M10.
ПРИМЕЧАНИЕ: Проверьте,
чтобы тип дюбеля (не входит в
комплект агрегата) подходил к
типу стены и мог выдержать вес
воздухонагревателя.
3. Прикрепите консольную опору к
стене, убедившись, что он выровнен
по вертикали. Во время крепления
необходимо проложить две шайбы
Ø 40 (2), поставляемые вместе с
агрегатом.
4. Вверните шпильку Ø M8 (3) в гайку на
нижней стороне воздухонагревателя.
5. Установите агрегат на консоли,
вставив шпильку в нижнюю проушину
опоры. После этого с помощью винта
(6) закрепите воздухонагреватель.
6. Закрепите шпильку с помощью
гайки M8 (7).
7. Вместе с воздухонагревателем
п о с т а в л я ю т с я
противооткручивающиеся шайбы
(5). Обязательно используйте их для
блокировки воздухонагревателя.
cod. HA0055.00W ed.D-2012
Publicité
Table des Matières
