6. Lamp en bedieningselementen
1) Aansluitklemmen Li/Po
Op deze aansluitklemmen kan een Li/Po- of een Li/Ion-accu worden aangesloten. De accu dient
als bufferaccu en laat het gebruik toe tot 75 uren (afhankelijk van de ontvangstvoorwaarden) als
de stroom uitviel. Let op de juiste polariteit!
2) Status-LED "Power"
Deze LED (groen) knippert om de 3 seconden, van zodra de GSM-module zich bij het GSM-net
aanmeldde.
3) Antenneaansluiting
4) Aansluitklemmen voor de voedingsspanning
De voedingsspanning bedraagt 4,8 tot 6V/DC. Er moet een stroom van minstens 700mA ter
beschikking staan.
5) Aansluitklemmen „IN2"
6) Aansluitklemmen „IN2"
7) Aansluitklemmen „IN2"
Potentiaalvrij relaiscontact N.O.; max. 8 A bij 250 V/AC of bij 24 V/DC
8) Aansluitklemmen „SMS1"
Potentiaalvrij relaiscontact N.O.; max. 8 A bij 250 V/AC of bij 24 V/DC
Denk er om, dat het bij de aansluitklemmen „IN2" (5) en „IN1" (6) gaat om optocoupler-
ingangen met een maximale ingangsspanning van 12V/DC.
De uitgang „INCALL" (7) wordt geactiveerd met een oproep. De uitgang „SMS1" (8)
wordt via een SMS-commando geactiveerd (zie hoofdstuk: „9.3 Schakelduur van
uitgang „INCALL" (7) vastleggen", en het hoofdstuk: „9.4 Uitgang „SMS1" (8)
inschakelen/uitschakelen").
79