42
|
nederlands
De pomp is niet geschikt voor het verpompen van:
– Fecaliën
– Vloeistoffen met langvezelige bestanddelen
– Brandbare of explosieve vloeistoffen (olie, benzine, verfverdunner etc.)
– Agressieve vloeistoffen (bijv. condensaat, spoelwater van
onthardingsinstallaties)*
– Toepassing van de pomp in zwembaden niet toegestaan, olgens EN 60 335-2-41
– Drooglopen niet toegestaan
– Voor het toepassen in explosiegevaarlijke ruimten (ATEX)
* Tip: Set beschermanodes toepassen
4. Installatie
4.1
Transportabele toepassing
De pomp altijd aan de handgreep dragen. Nooit aan de kabel, persslang of
niveauschakelaar dragen of ophangen.
– Bij het plaatsen in een schacht of put altijd een touw of ketting aan de handgreep bevesti-
gen.
– Persleiding: fl exibele, knikvrije slang toepassen (Biral toebehoren).
4.2 Stationaire toepassing
– Pomp op de bodem van de put plaatsen.
– Persleiding: de vaste buisaansluiting (kunststofl eiding) alleen met de hand in de persaanslui-
ting draaien. Leiding spanningsvrij monteren. Eventueel fl exibel tussenstuk toepassen.
– Bij terugstroom- of hevelgevaar terugslagklep in de persleiding monteren.
– De niveauschakelaar moet vrij bewegen kunnen.
4.3 Elektrische aansluiting Birox 80 / 90 / 100 / 150 (1×230 V)
Veiligheidsvoorschriften
– Netspanning volgens de gegevens op het typeplaatje controleren.
– De pomp aansluiten op een wandcontactdoos, beveiligd door een aardlekschakelaar.
De pomp mag alleen gebruikt worden als een aardlekschakelaar is voorgescha-
keld (max. Nen aanloopstroomsterkte van de aardlekbeveiliging 30 mA DIN VDE
0100T739.SEV-voorschrift, NIN (CENELEC)
– Bij het blokkeren van de waaier wordt de pomp door de ingebouwde thermische beveiliging
uitgeschakeld. Na het afkoelen van de motor schakelt deze automatisch weer in.
– Voor alle werkzaamheden aan de pomp de netspanning uitschakelen (steker uit contact-
doos).