Niet-Beoogd Gebruik - Wetrok Sprinter XR 70 Mode D'emploi

Gebruiksaanwijzing
(NL/BE)
Wij zijn blij dat u heeft gekozen voor de aan-
koop van een van onze producten. Neem de
tijd om deze gebruiksaanwijzing door te le-
zen voordat u de machine in gebruik neemt.
Over dit document
Deze gebruiksaanwijzing verschaft u alle in-
formatie die u nodig heeft voor een deskun-
dig, veilig gebruik volgens de beoogde toe-
passing, en het onderhoud van de Wetrok
Sprinter XR 70/90 en Wetrok Sprinter XR
70/90 TwinTurbo. Hij moet altijd onder hand-
bereik van de gebruiker worden bewaard.
De uitklappagina bevat foto's, waarnaar in
de machinebeschrijving wordt verwezen.
Beoogd gebruik
Deze machine is ontwikkeld voor de com-
merciële reiniging van harde egale vloer-
soorten binnenshuis en met inachtneming
van deze gebruiksaanwijzing. Elk ander ge-
bruik, met name
– als trekvervoermiddel of transportmiddel
– voor het verwijderen van gezondheidsbe-
dreigende stoffen
– voor het opzuigen van licht ontvlambare,
giftige, bijtende, prikkelende of gezond-
heidsbedreigende middelen
– voor het schoonmaken van textiele vloer-
bedekkingen
is ontoelaatbaar en verboden wegens de
daaraan verbonden risico's.
ATTENTIE!
– Deze machine at is niet geschikt voor het
opnemen van gevaarlijk stof.
– Deze machine is alleen bestemd voor ge-
bruik in droge omgeving en mag niet on-
der natte omstandigheden in de open
lucht worden gebruikt of bewaard.
– Niet voor het gebruik op stijgende/dalen-
de oppervlakken, waarvan de hellings-
hoek groter is dan die op de machine is
aangegeven.
– Let op bij het keren op dalende/stijgende
hellingen: rijd langzaam en voorzichtig.
Bij een hellingshoek > 2% mag alleen
loodrecht op de helling worden gereden,
keren is dan verboden!
– De machine mag in geen enkel geval met
een snelheid van meer dan 8,5 km/u wor-
den voortbewogen.
Let op! Alleen de door Wetrok aanbevolen
of in de gebruiksaanwijzing aangegeven
borstels/pads gebruiken. Het gebruik van
ander borstels of pads kan de veiligheid be-
ïnvloeden!
Machinebeschrijving
I. Machine – details
A1 Wielen
A2 Borstelbehuizing
A3 Geleidingsrol
A4 Aandrijfwiel / aandrijfmotor
A5 Rijpedaal
A6 Rempedaal
38
B1 Stelschroef voor afstelhoek mondstuk
B2 Zuigmond met verwisselbare zuiglippen
B3 Stelschroef voor hoogteverstelling mond-
stuk met steunwiel voor de zuigmond
B4 Schroeven mondstukbevestiging
C1 Aandrijfwiel / aandrijfmotor
C2 Ontgrendelhendel parkeerrem
D1 Aftapkraan vuilwatertank
D2 Batterijdeksel (afneembaar)
D3 Aftapkraan schoonwatertank
E1 Tankbehuizing
E2 Batterijen
F1 Schuimsensor
F2 Membraantank / vuil water
F3 Opvangmand voor grof vuil
F4 Vuilwaterinlaat
F5 Membraantank / schoon water
G1/H1 Noodstopstekker
G2 Hoofdcontactschakelaar
H2 Stekker batterijenlader
I 1-3 Smeltveiligheden: 5 AT (5 Ampère,
traag) voor Linak-mondstuk, claxon en Dau-
er-Plus
2. Algemene veiligheidsvoor-
schriften / voor uw veiligheid
De machine is gebouwd volgens de laatste
stand der techniek en de erkende veiligheids-
technische voorschriften. Hij is elektrotech-
nisch gecontroleerd en voldoet aan de Euro-
pese veiligheidsnormen. Hij beschikt over
verschillende stroomkringonderbrekers, die
als veiligheidsvoorzieningen dienen.
Toch kunnen er risico's ontstaan, vooral bij
ondeskundig gebruik of het overtreden van
de voorschriften en aanwijzingen zoals ge-
noemd in deze gebruiksaanwijzing.
2.1 Risicobronnen
Elektrische spanning / elektrische
stroom
Waarschuwing:
voor alle werkzaamheden aan elektrische in-
stallaties moet de kabelverbinding tussen
batterijen en machine worden losgekoppeld
(G1). Bij contact met stroom of spanning be-
staat het gevaar voor een elektrische schok,
die zware verwondingen of zelfs de dood ten
gevolge kan hebben. De machine moet voor
alle werkzaamheden aan elektrische installa-
ties altijd worden uitgeschakeld en de batteri-
jenspanning moet door het lostrekken van de
noodstopstekker (G1) worden onderbroken.
Machine en bewegende delen
Waarschuwing:
– In de rijrichting en in de buurt van de dra-
aiende borstels bestaat het risico op ver-
wondingen.
– Niet met handen in de borstels grijpen of
de voeten erin steken.
– Contact met kledingstukken of haren ge-
heel vermijden.
Verdere risico's
Waarschuwing: indien de polen van de bat-
terijen met de hand of door geleidende voor-
werpen worden kortgesloten, bestaat er ge-
vaar voor verwonding of verbranding.

2.2 Niet-beoogd gebruik

Elk gebruik van de machine, dat niet valt on-
der het onder «Beoogd gebruik» of niet valt
onder het contractueel overeengekomen
doel, is ontoelaatbaar.
Elk gebruik van de machine in een technisch
niet-onberispelijk toestand of tijdens overtre-
ding van de hierna volgende voorschriften is
verboden.
– Beschermde voorzieningen mogen niet
worden gedemonteerd of omzeild.
– Ombouw van en wijzigingen aan het pro-
duct zijn niet toegestaan.
– Bij schade, die voortvloeit uit het niet in
acht nemen van de gebruiksaanwijzing
bij onoordeelkundige behandeling of bij
niet-beoogd gebruik, vervalt de garantie-
aanspraak. Voor daaruit voortvloeiende
indirecte schade aanvaardt Wetrok geen
aansprakelijkheid.
2.3 Nooduitschakeling / NOODSTOP
De machine beschikt over:
– een elektromagnetische parkeerrem. Geac-
tiveerd, indien de machine stroomloos is.
– een noodstopstekker bij de bestuurders-
stoel voor het onderbreken van de
stroomtoevoer in noodgevallen of bij ser-
vicewerkzaamheden (zie afb. G en H).
– Onderbreking zonder bestuurder. Dit
voorkomt een onbedoeld rijden van de
machine zonder bestuurder.
– Mechanische trommelrem met voetpe-
daal (A6).
2.4 Organisatorisch
De exploitant is ervoor verantwoordelijk dat:
– de machine mag alleen wordt gebruikt
door personen, die over het gebruik zijn
geïnstrueerd en die uitdrukkelijk opdracht
hebben gekregen tot het gebruik
– wordt voldaan aan de erkende regels
voor arbeidsveiligheid
– eventuele verdergaande overheids– of
interne bedrijfsvoorschriften in acht wor-
den genomen
– alle gebruikers de veiligheidsvoorschrif-
ten kennen en zijn opgeleid voor het pro-
ductspecifieke gebruik van deze machine
– alle gebruikers de gebruiksaanwijzing
voor het gebruik van de machine hebben
gelezen en begrepen
– de verantwoordelijkheden voor bedrijf,
onderhoud en reparatie van de machine
duidelijk zijn vastgelegd en worden aan-
gehouden
– storingen en schade direct worden ge-
meld aan het servicepunt
2.5 Noodgevallen / bij een noodgeval:
– direct EHBO-maatregelen treffen.
De machine na incidenten niet opnieuw in