Overwinteren van de motor volgens voorschrift (of bij langdurige stilstand)
Kraftstoff
Wij bevelen het gebruik van Fuel Fresh of soortgelijke additieven aan voor de laatste tankvulling voor de bewaring
gedurende langere tijd of het langdurig niet gebruiken. Daardoor wordt het optreden van sgartproblemen bij het opnieuw
inbedrijfstellenvermeden.
Verse brandstof en brandstofadditieven in een separaat reservoir mengen. De aanwijzingen op het reservoir van het
brandstofadditief met betrekking tot de mengverhouding opvolgen.
Voor de bewaring, de tank met het brandstofadditiefmengsel randvol bijvullen.
AANWIJZING
Door het bijvullen van de brandstoftank wordt het luchtvolume in de tank verminderd en de veroudering van de
brandstof verlangzaamd.
Indien geen brandstofadditief bij de laatste tankvulling wordt gebruikt:
–
Maak de benzinetank leeg en laat de motor zolang draaien totdat deze wegens gebrek aan brandstof stopt.
BELANGRIJK
Voor de inbedrijfstelling na de overwintering of een langer niet gebruiken alleen verse brandstof als tankvulling
gebruiken.
Motor
–
Laat de motor warmdraaien.
–
Schakel de motor uit en trek de bougiestekker af.
–
De olie aftappen zolang de motor nog warm is. Met verse olie (hoeveelheid en kwaliteit zie technische gegevens)
bijvullen.
–
Gras- en maaibezinksel van cilinder en koelribben, onder de motorkap en rondom de uitlaat verwijderen.
–
De maaier moet altijd in schone toestand in een droge, gesloten ruimte buiten bereik van kinderen worden bewaard.
17 OORZAKEN VAN STORINGEN EN HET VERHELPEN DAARVAN
Storingen
Motor slaat niet aan
Motorvermogen neemt af
Motor draait onregelmatig
Sterke trillingen (vibratie)
Mogelijke oorzaken
Schakelbeugel is niet omgeklapt.
Primer-pomp niet bediend.
Brandstoftank leeg.
Bougiestekker los.
Bougie defect resp. vuil of
elektroden opgebrand.
Motor krijgt te veel benzine
(bougie nat).
Luchtfilter vuil.
Luchtfilter vuil.
Bougie verkoold.
Luchtfilter vuil.
Bougie verkoold.
17
Oplossing
Schakelbeugel op het bovenstuk van
duwstang drukken Z .
Primer-pomp drie tot vijf maal bedienen B .
Zuivere en nieuwe brandstof natanken.
Bougiestekker plaatsen of door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten
controleren.
Bougie vervangen of reinigen, afstand
tussen de elektroden op 0,5mm instellen
Y .
Door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten controleren.
Luchtfilter schoonmaken resp. vervangen
W .
Luchtfilter schoonmaken resp. vervangen
W .
Door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten controleren.
Luchtfilter schoonmaken resp. vervangen
W .
Door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten controleren.
Door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten controleren.
Door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten controleren.
NL