OPGELET
Bij het omhoog kantelen of op de zijkant leggen erop letten dat er geen olie of benzine uitloopt. Brandgevaar!
Het regelmatig uitvoeren van de voorgeschreven service- en onderhoudswerkzaamheden vormt de voorwaarde voor een
duurzame en storingvrije functie van de motor en bovendien een basisvoorwaarde voor garantieaanspraken.
De motor vooral uitwendig altijd schoonhouden, vooral de omgeving van geluiddemper en cilinder moet altijd vrij van
vreemde voorwerpen zijn (bijv. grasresten). Uitlaat en motor bereiken tijdens het bedrijf zeer hoge temperaturen. Brandbare
vreemde voorwerpen zoals loof, gras enz. kunnen ontbranden.
Ook een foutloze koeling is alleen gegarandeerd als de cilinderribben steeds schoon zijn.
BELANGRIJK
De motor nooit met een hogedrukreiniger of een normale waterstraal reinigen. Beschadigingen resp. dure reparaties
kunnen het gevolg zijn.
Olie wisselen
AANWIJZING
Om het milieu te beschermen adviseren wij de olieverversing door een vakwerkplaats te laten uitvoeren.
Controleer regelmatig het oliepeil.
Zorg ervoor dat de olie op peil gehouden wordt. Iedere 5 uur of dagelijks controleren, voordat de motor gestart wordt (zie
„Controleer het oliepeil" en „Olie bijvullen").
Olie aanbevelingen
Bij een nieuwe motor moet de olie voor de eerste keer na 5 bedrijfsuren worden gewisseld, later om de 50 bedrijfsuren of
minstens 1 keer per seizoen.
–
Voor de motor of de machine op het toestel wordt gekanteld om olie af te tappen, de benzinetank leegmaken en de
motor zolang laten lopen, tot hij wegens brandstoftekort stil valt.
–
Schakel de motor uit en trek de bougiestekker los.
–
De olie wisselen, zolang de motor warm is.
–
Voor het verversen van de olie, de oliepeilstok uit de vulpijp halen.
–
Leg de maaier zo op zijn kant dat de oude olie in een opvangbak kan vloeien.
Afgewerkte olie niet laten weglopen in het riool of in de grond, maar afvoeren volgens de plaatselijke
milieuvoorschriften.
–
Daarna de maaier weer rechtop zetten en kwaliteitsolie (hoeveelheid en kwaliteit zie technische gegevens) bijvullen.
Oliepeilstok vastschroeven en oliepeil controleren (zie hoofdstuk Olie invullen, zie afbeelding Y1 )!
NL
Schoonmaken resp. vervangen van de luchtfilter (Afbeelding W )
BELANGRIJK
Nooit de motor met gedemonteerde luchtfilter starten of laten lopen.
–
De afdekking (1) openen, naar beneden kantelen en verwijderen.
–
Het filterelement (2) voorzichtig eruit nemen en bij lichte vervuiling licht uitkloppen op een glad vlak. Bij sterke vervuiling
of beschadiging vernieuwen.
–
Het element nooit oliën of schoonblazen met perslucht. Sterk vervuilde of beschadigde filterelementen moeten worden
vervangen.
–
Na het reinigen resp. de vervanging het filterelement in de luchtfilterplaat zetten.
–
De haak (3) aan de afdekking (1) in de adapter (4) onder in de luchtfilterplaat steken.
–
De afdekking naar boven kantelen en zorgvuldig sluiten.
Bij ongunstige inzetvoorwaarden (sterke stofontwikkeling) is de reiniging vereist elke keer als er gemaaid werd, anders na
telkens 25 bedrijfsuren of elk seizoen.
(Bestel-nr. filterelement zie originele reserveonderdelen en accessoires)
Controle van de bougie (Afbeelding Y )
Om de slijtage van de bougie te controleren, bougiestekker (1) aftrekken en de bougie (2) losschroeven. Als de elektrode
sterk versleten is, dan dient de bougie te worden vervangen (bestelnummer: zie originele reserveonderdelen en
accessoires).
De bougie kan eventueel ook met een staalborstel worden gereinigd. Vervolgens dient de elektrodeafstand te worden
afgesteld op 0,5 mm. De bougie (op omkeerring letten) met de hand in de motor vastschroeven en met een dopsleutel
handvast monteren. Bougiestekker erop drukken. De bougie elk jaar vervangen.
16