Reiniging En Onderhoud; Veiligheidsinstructies; Basisreiniging; Routinematige Reiniging - WALTHER PILOT PILOT WA XV Instructions De Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

6

Reiniging en onderhoud

6.1

Veiligheidsinstructies

• Schakel voordat u met onderhoudswerkzaamheden begint, altijd eerst de druk van
de stuur- en verstuivingslucht alsook van de materiaaltoevoer naar het spuitpistool
uit - gevaar voor letsels.
• Vuur, open licht en roken is verboden in de werkruimte. Bij het verstuiven van licht
ontvlambare stoffen (zoals reinigingsmiddelen) is er verhoogd risico op brand en
ontploffing.
• Respecteer de veiligheidsinstructies van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Vooral agressieve en bijtende reinigingsmiddelen kunnen schade aan de gezond-
heid veroorzaken.
6.2

Basisreiniging

Om de levensduur en de werking van het spuitpistool lang te vrijwaren, moet het
pistool regelmatig worden gereinigd en gesmeerd. Gebruik voor het reinigen van het
spuitpistool alleen die reinigingsmiddelen, die door de fabrikant van het spuitmateri-
aal zijn opgesomd en geen van de volgende bestanddelen bevatten:
• gehalogeneerde koolwaterstoffen
(zoals 1,1,1-trichloorethaan, methyleenchloride, enz.)
• zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen
• gerecycleerde oplosmiddelen (verdunde middelen)
• ontlakkingsmiddelen
De hierboven opgesomde bestanddelen veroorzaken bij gegalvaniseerde onderdelen
chemische reacties en schade als gevolg van corrosie.
Voor schade die het gevolg is van een dergelijke behandeling geeft WALTHER
PILOT geen garantie.
Reinig het spuitpistool
• voor elke verandering van verf of materiaal
• wekelijks minstens eenmaal
• wekelijks verschillende malen in functie van het materiaal en de graad van verotrei
niging
Opgelet
Leg het spuitpistool niet in een oplosmiddel of een ander reinigingsmiddel. Een onbe-
rispelijke werking van het pistool kan anders niet worden gegarandeerd.
Opgelet
Gebruik voor het reinigen van het spuitpistool geen harde of puntige voorwerpen. Dit
zou delicate onderdelen kunnen beschadigen en het spuitresultaat verslechteren.
12
1. Haal het spuitpistool uit elkaar, zie 7.2 De materiaalnozzle en -naald vervan-
gen.
2. Reinig de luchtkap en de materiaalnozzle met een kwast en het reinigingsmid-
del.
3. Reinig alle andere onderdelen en het pistoolhuis met een doek en het reini-
gingsmiddel
4. Voorzie de volgende onderdelen van een dunne vetfilm:
• de afdichtingsring van de zuiger
• de O-ring van de zuiger
• de materiaalnaald
• de naaldveer
• het binnenste van het pistoolhuis
Gebruik daarvoor een zuurvrij, niet uithardend vet en een kwast.
Vervolgens steekt u het spuitpistool in omgekeerde volgorde opnieuw in elkaar.
6.3

Routinematige reiniging

Als u regelmatig van verf verandert kunt u na het beëindigen van het spuitwerk (in
functie van het spuitmateriaal) het pistool ook reinigen, zonder dat u het daarbij
uit elkaar moet halen.
Aanwijzing
Reinig en smeer het spuitpistool toch regelmatig volgens zoals beschreven onder
6.2 Basisreiniging. Op deze manier blijven de betrouwbaarheid en de kwaliteit van
het spuitpistool behouden.
Voor u de routinematige reiniging kunt uitvoeren, moet aan volgende voorwaarden
voldaan zijn:
• Het gereinigde materiaalreservoir wordt gevuld met een geschikt reinigingsmid-
del.
• Aan het spuitpistool mag alleen de materiaaltoevoer onder druk staan. Het reini-
gingsmiddel mag niet worden verstoven.
Om het spuitpistool te reinigen moet u de verstuifinstallatie aanzetten.
1. Neem het pistool in gebruik, zie 5.2 Ingebruikname.
2. Stel het spuitpistool pas buiten gebruik, als het alleen nog zuiver reinigingsmid-
del produceert.
alleen WA XV met trekker
WA XV -ND
Om niet de volledige verstufinstallatie te moeten starten, kunt u de materiaaltoe-
voer ook manueel deblokkeren.
13

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières