7.2
Materiaalnaald vervangen
1.
De naaldinstelschroef (pos. 14) uit het pistoollichaam schroeven.
2.
De ventielveer (pos. 12) en de ventielsteel (pos. 8) met de ingebouwde naald
eruit trekken.
3.
Met een schroevendraaier de afsluitschroef (pos. 11) aan het uiteinde van het
ventiel eruit schroeven.
4.
De naaldveer (pos. 10) en de naald (pos. 9) eruit trekken.
5.
De instelmaat van de materiaalnaald voor de voorlucht bedraagt 54 mm, van
de naaldpunt tot aan de 1
naaldmoer gerekend. De 2
ste
tramoer.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
7.3
Ondichte naaldpakking vervangen
1.
Verwijder de materiaalnaald, de Materiaalsproeier en de Luchtkop zoals hierbo-
ven beschreven.
2.
Schroef de pakkingschroef (pos. 4) met een speciale schroevendraaier uit het
pistoollichaam.
3.
Verwijder de Naaldpacking (pos. 5). Gebruik hiervoor evt. een dunne draad,
waarvan het uiteinde tot een haak is omgebogen.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Waarschuwing
De uit de pistooladapter genomen naaldpakking mag niet opnieuw gebruikt worden,
aangezien anders een veilig functionerende afdichtende werking niet gegarandeerd
is.
Aanwijzing
Alle beweeglijke en glijdende onderdelen moeten vóór de inbouw in het pistoolli-
chaam met WALTHER PILOT pistoolvet worden ingevet.
8
Reiniging en onderhoud
Opgelet
Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddelen of in een ander reinigingsmiddel. Anders
kan niet worden gegarandeerd dat het spuitpistool perfect finctioneert. Gebruik voor
de reiniging geen harde of spitse voorwerpen. Voor schade die resulteert uit ondes-
kundige reiniging verleent WALTHER, Wuppertal, geen vrijwaring.
U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren.
1.
Vul het gereinigde materiaalreservoir het gereinigde materiaaldrukvat met een
bij het gespoten materiaal passend reinigingsmiddel.
2.
Stel het spuitpistool in bedrijf.
3.
Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmid-
del uitspuit.
De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt
gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen
die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de vol-
gende bestanddelen niet inzitten:
naaldmoer is een con-
de
72
•
Gehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v.1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride
enz.)
•
Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen
•
Geregenereerde oplosmiddeln (zgn. reinigingsverdunningen)
•
Ontlakkingmiddelen.
De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalvaniseerde componenten
chemische reacties en leiden tot corrosieschade.
Reinig het spuitpistool
•
iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging
•
minimaal een maal per week
•
afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per
week
Uitvoerige reiniging
1.
Haal het pistool uit elkaar
2.
Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigingsmid-
del.
3.
Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met ee doek en het reini-
gingsmiddel.
4.
Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm:
•
Naaldveer
•
alle glijdende delen en lagerpunten.
De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden inge-
vet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik daar-
voor WALTHER PILOT pistoolvet en een penseel. Vervolgens wordt het spuitpistool in
omgekeerde volgorde ineengezet.
9
Foutopsporing en -eliminering
Waarschuwing
Schakel vóór elk ombouwen de verstuiverlucht en de materiaaltoevoer naar het spuit-
pistool drukloos - verwondingsgevaar.
Fout
Oorzaak
Materiaalnaald (Pos. 9) of -spuitkop
(Pos. 3) vervuild of beschadigd
Naaldveer (pos. 10) is niet in orde,
Pistool druppelt
evt. gebroken
Naaldinstelschroef (pos. 14) te ver
naar achteren gedraaid
Pistool blaast in
Kleppakking (Pos. 7) lekt
ruststand
Klepsteel (Pos. 8) beschadigd
Spuitstraal aan de
Luchtkop (Pos. 1) vervuild
ene kant
Herstelaktie
Onderdeel reinigen resp. ver-
vangen
vervangen
Naaldinstelschroef iets naar
binnenschroeven
vervangen
vervangen
vervangen en reinigen
73