Inbouwhandleiding; Gebruik Van De Verwarming Tijdens Het Rijden; Voorschriften; Speciale Aanwijzingen Voor De Inbouw - Truma S 3004 Instructions De Montage

Inbouwhandleiding

Het niet in acht nemen van de inbouwvoorschrif-
ten of een verkeerde inbouw kan personen in ge-
vaar brengen en materiële schade tot gevolg hebben.
Mogelijk gevaar voor letsel door scherpe randen. Draag
tijdens de inbouw absoluut altijd werkhandschoenen!
Gebruik van de verwarming tijdens het
rijden
Voor het verwarmen tijdens het rijden is in de UN ECE-regeling
122 een veiligheidsafsluiter voorgeschreven, om het ongecon-
troleerd ontsnappen van gas bij een ongeval te voorkomen.
De gasdrukregelinstallatie Truma MonoControl CS voldoet aan
deze eis.
Nationale voorschriften en regelingen moeten in acht worden
genomen.
Als er geen veiligheidsafsluiter (bijv. geen Truma MonoControl CS)
is geïnstalleerd, moet de gasfles tijdens het rijden worden geslo-
ten en moeten de waarschuwingsplaatjes volgens de geldende
voorschriften worden aangebracht.

Voorschriften

De regelingen in de inbouwhandleiding en de gebruiks-
aanwijzing en de telkens geldende wetten, richtlijnen en
normen moeten in acht worden genomen. Bij het niet in acht
nemen van de regelingen vervalt de algemene typegoedkeu-
ring van het verwarmingstoestel en daardoor in veel landen
ook de typegoedkeuring van het voertuig.
Materiële defecten, garantieclaims en aansprakelijkheids-
claims jegens Truma zijn uitgesloten in de gevallen zoals
beschreven in het hoofdstuk „Uitsluiting van garantie" in de
gebruiksaanwijzing.
Het jaar waarin het toestel voor het eerst in gebruik
wordt genomen, moet op het typeplaatje (66) worden
aangekruist.

Speciale aanwijzingen voor de inbouw

Het toestel en de rookgasafvoer ervan moeten zodanig wor-
den ingebouwd dat het voor servicewerkzaamheden te allen
tijde goed toegankelijk is en gemakkelijk kan worden uit- en
ingebouwd.
Kiezen van een plaats voor het
verwarmingstoestel
De bestuurder mag tijdens het rijden vanaf zijn zitplaats
niet met de verwarming in contact komen. De verwar-
ming mag niet direct achter de stoel van de bestuurder wor-
den ingebouwd.
Vermijd installatie in smalle doorgangen. Een onbedoeld
contact met hete oppervlakken of ontsnappende warme
lucht moet door passende maatregelen worden voorkomen,
met name in de leefruimte van kwetsbare personen, zoals kin-
deren. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de installateur.
Controleer met behulp van de inbouwsjabloon of de uitspa-
ring in de bodem voor de aanzuiging van de verbrandings-
lucht rechts of links moet worden gemaakt.
De verbrandingslucht mag niet uit de binnenruimte van
het voertuig worden gehaald. De verbrandingslucht
moet altijd van buiten worden aangevoerd. De aanzuiging van
de verbrandingslucht mag zich niet binnen het spatbereik van
de wielen bevinden, anders een spatvanger aanbrengen.
De uitsparing in de bodem voor het toestel moet zoda-
nig worden aangebracht dat er geen verontreinigde
lucht (uitlaatgassen, benzine- of oliedampen) in de binnen-
ruimte van het voertuig kan komen.
Onder het toestel mogen zich geen warmtegevoelige
materialen bevinden (vloerbedekking wegsnijden). Bij
PVC-vloeren kan er door de verwarming van de verwarmings-
voet een verkleuring optreden. Ook onder de bodem van het
voertuig ter hoogte van de aanzuiging van de verbrandings-
lucht mogen zich geen brandbare / warmtegevoelige materia-
len bevinden.
Als de verwarming op een voet, dubbele vloer of dergelij-
ke wordt gemonteerd, moet absoluut altijd de aanzuig-
verlenging 500 mm (met 50 cm aanzuigbuis) worden gebruikt.
De aanzuigverlenging moet onbelemmerd ca. 5 tot 10 cm on-
der de laagste plaats van het voertuig in de luchtstroom uitste-
ken (houd rekening met de bodemvrijheid van het voertuig).
Voor de S 5004 zijn 2 aanzuigverlengingen nodig.
De voet of de dubbele vloer moeten ten opzichte van de
binnenruimte van het voertuig zijn afgedicht en gemaakt
zijn van niet-brandbaar materiaal of van binnen met plaatwerk
worden bekleed. Om een ophoping van onverbrand gas te
voorkomen, moet de voet een ontluchting van min. 2 cm² op
de laagste plaats hebben of naar beneden toe open zijn.
2 cm²
Afbeelding 1
≈ 5 - 10 cm
47