S 5004
Afbeelding A (inbouw rechts) / afbeelding B (inbouw links)
De thermostaatsensor (5) moet aan de voorkant van de
verwarming (kant kamer) zijn gemonteerd. De thermo-
staatsensor (5) en de capillair (6) mogen in geen geval tegen
de warmtewisselaar of tegen de ommanteling van de verwar-
ming aanliggen of worden geknikt.
Alleen bij inbouw links
Trek de thermostaatsensor (5) voorzichtig bij de vergrendelings-
klemmen los en breng hem aan de tegenoverliggende kant – in
spiegelbeeld – aan tot hij vastklikt.
– Plaats de verwarming in de uitsparing in de bodem.
– De thermostaatsensor (5) met de afschermplaat op schroe-
ven vastklikken.
5
6
Afbeelding 8
– Bevestig het toestel met 5 schroeven (3) 5,5 x 25 in de
voorgeprikte punten in de hoeken en aan de voorkant in het
midden. De bodemconstructie bij de schroefpunten bijv.
door strips versterken.
– Haal de drukstang (7) uit de drager (60), schuif hem van on-
deren door de opening in de drager en klik hem vast in het
thermokoppel (8).
3
Afbeelding 9
Uit-/inbouw ontstekingsautomaat
Uitbouw
– Vóór de montage van de rookgasafvoerbuis de ontstekings-
automaat (9) uit de houder trekken.
Inbouw
– Monteer de ontstekingsautomaat (9) na montage van de
rookgasafvoerbuis.
– Vóór de inbouw van de ontstekingsautomaat controleren of
de stekkers (11 + 12) goed zijn aangesloten.
– De ontstekingsautomaat weer tot de aanslag in de klemme-
tjes (10) schuiven.
9
Afbeelding 10
Dakafvoer
Alleen S 3004
Zaag een opening van Ø 60 mm + 1 mm op een hartafstand
van min. 55 mm van de zijwanden uit.
Alleen S 5004
Zaag een opening van Ø 70 mm + 1 mm op een hartafstand
van min. 60 mm van de zijwanden uit.
Bij dubbelwandige daken de holle ruimte met geschikt, hitte-
7
bestendig materiaal (30) opvullen om het dak zo te verstevigen
dat het bij het vastschroeven niet vervormt en regendicht blijft.
60
Steek de afvoer van boven door het dak en schroef hem
aan de binnenkant met wartel (31) vast. Borg de wartel met
schroefje (32).
S 3004
8
30
32
Afbeelding 11
Het afdichten gebeurt met de bijgeleverde rubberen afdich-
ting zonder verdere afdichtmiddelen.
13
10
11
12
S 5004
30
31
32
31
51