Gebruiksaanwijzing; Inbouwhandleiding - Truma Combi D Mode D'emploi / Instructions De Montage

Hoogteset
Gebruiksdoel
De hoogteset is voor een langere verwarming van de Combi D
op hoogteliggingen van 1500 m tot 2750 m noodzakelijk.

Gebruiksaanwijzing

Bediening van de omschakelaar
De gewenste schakelaarstand vóór het inschakelen van het
verwarmingstoestel kiezen.
– tand 1 = Normale werking tot 1500 m
– Stand 2 = Hoogteligging van 1500 m tot 2750 m
Technische wijzigingen voorbehouden!

Inbouwhandleiding

Wij raden de inbouw door een servicewerkplaats aan.
De telkens geldende, nationale voorschriften in de om-
gang met dieselbrandstof in acht nemen. Persoonlijke
beschermingsuitrusting (bijvoorbeeld geschikte beschermen-
de handschoenen) dragen. Statische opladingen vermijden,
ontstekingsbronnen op een veilige afstand houden en niet
roken. Voor een goede verluchting zorgen. Vóór het begin
van de werkzaamheden de batterij afklemmen. Eventueel
uitlopende dieselbrandstof met geschikt vat opvangen.
Omvang van de levering
1 Kabelboom
1 Doseerpomp (aan de hoogte aangepast)
1 Houder
1 Winkelhaak
1 Verbindingsonderdelen
– 1 Y-verbindingsstuk Ø 4 mm
– 1 Y-verbindingsstuk Ø 5 mm
– 4 Verloopstukken 5 x 3,5 mm
– Klemmen Ø 10 mm
1 Brandstofleiding 2 m, 4 x 1 mm
1 Brandstofslang 0,5 m, 3,5 x 3 mm
1 Omschakelaar met afschermkap
– 1 Krimpkous
– 3 Steekhulzen
1 Stekkerhuis
1 Gebruiksaanwijzing / Inbouwhandleiding
14
Brandstofaansluiting
Veiligheidsaanwijzingen voor de aanleg van
brandstofleidingen
Brandstofslangen en -leidingen alleen met de slangsnijder
(art.-nr. 34020-45100) of een scherp mes afsnijden. Snijopper-
vlakken mogen niet worden ingedrukt en moeten braamvrij
zijn.
Brandstofleidingen van de doseerpomp naar het verwar-
mingstoestel zo mogelijk oplopend aanleggen.
Brandstofleidingen moeten goed worden bevestigd om scha-
de en / of ruisvorming door trillingen te voorkomen (aanbevo-
len richtwaarde: bevestigingen op afstanden van ca. 50 cm).
Brandstofleidingen moeten tegen mechanische beschadigin-
gen worden beschermd.
Brandstofleidingen zo aanleggen dat draaiingen van het voer-
tuig, bewegingen van de motor en dergelijke geen nadelige
invloed op de houdbaarheid uitoefenen.
Brandstofvervoerende onderdelen tegen bedrijfsstorende
warmte beschermen (geschikte warmtebeschermslang van
glasvezel met aluminiumlaminaat gebruiken).
Brandstofleidingen nooit meteen tegen de afvoerleidingen van
het verwarmingstoestel of van de voertuigmotor leggen of
bevestigen. Bij overkruisen steeds op voldoende afstand van
hete onderdelen letten, zonodig beschermplaten tegen warm-
testraling aanbrengen.
Bij verbinding van brandstofleidingen met een brandstofslang
moeten de brandstofleidingen altijd stotend worden gemon-
teerd. Zo wordt nadelige blaasvorming voorkomen
Juiste aanleg van leidingen
Verkeerde aanleg van
leidingen (blaasvorming)