5 Motor bedrijfsklaar maken
Personen kunnen brandwonden oplo‐
pen.
► Wacht voordat u begint met reinigen totdat
de motor afgekoeld is.
■ Als de gebruiker gehoorbescherming draagt
en de motor draait, kan de gebruiker geluiden
beperkt waarnemen en inschatten.
► Werk rustig en doordacht.
■ Als de motor bij een hoog toerental wordt uit‐
geschakeld, kan er overslaan van de ontste‐
king of naontsteking optreden.
► Laat de motor vóór het uitschakelen 20
seconden op minimaal toerental draaien.
5
Motor bedrijfsklaar maken
5.1
Tank van de motor vullen
De verbrandingsmotor werkt op loodvrije ben‐
zine. Loodvrije benzine verbrandt met minder
resten, koekt minder aan op de bougie en ver‐
lengt de levensduur van het uitlaatsysteem. De
benzine moet aan de volgende eisen voldoen:
– De benzine is recent, schoon en loodvrij.
– Het octaangetal van de benzine is minstens
85.
– De benzine heeft een maximaal ethanolge‐
halte van 10 % (E10).
STIHL beveelt STIHL MotoPlus aan. Deze
brandstof is nagenoeg vrij van benzeen, zwavel
en schadelijke aromaten.
De inhoud van de tank bedraagt 0,9 liter.
VOORZICHTIG
■ Als voor de motor geen geschikte benzine is
getankt, kan de motor beschadigd raken.
STIHL adviseert om altijd recente merkbenzine
te gebruiken, nooit een tweetaktmengsel (ben‐
zine met toegevoegde olie).
Tank geen bedorven of verontreinigde benzine.
Voorkom verontreiniging van de tankinhoud met
vuil en water.
Gebruik alleen toegestane benzine (geen E85).
Tank bij klop- of pingelgeluiden een ander merk
benzine.
► Neem zo nodig contact op met de vakhan‐
delaar. STIHL beveelt de STIHL vakhande‐
laar aan.
► Schakel de motor uit.
► Plaats het STIHL apparaat op een vlakke
ondergrond.
► Reinig het gebied onder de brandstoftankdop
met een vochtige doek.
0478-983-9904-A
► Draai de brandstoftankdop (1) net zolang
linksom, totdat de brandstoftankdop kan wor‐
den weggenomen.
► Neem de brandstoftankdop weg.
► Controleer of het brandstoffilter goed zit.
► Giet benzine met een geschikte trechter zoda‐
nig in de tank, dat er geen benzine gemorst
wordt. Vul benzine bij, zodat er minstens
15 mm tot aan de rand van de brandstoftank
vrij blijft.
► Plaats de brandstoftankdop op de brandstof‐
tank.
► Draai de brandstoftankdop rechtsom en zet
deze met de hand vast.
De brandstoftank is afgesloten.
5.2
Motorolie bijvullen
De motorolie smeert en koelt de motor.
VOORZICHTIG
■ De motor wordt zonder motorolie afgeleverd.
Een te hoog of te laag oliepeil kan schade aan
de motor tot gevolg hebben.
► Vul vóór de eerste ingebruikname motorolie
bij.
► Plaats het STIHL apparaat op een vlakke
ondergrond.
► Schakel de motor uit.
Nederlands
91