• Gebruik bij accessoires alsook slijtage- en reser-
veonderdelen uitsluitend originele onderdelen. Re-
serveonderdelen zijn verkrijgbaar bij de leverancier.
• Geef bij bestellingen onze artikelnummers alsook
type en bouwjaar van het apparaat aan.
m WAARSCHUWING!
Het apparaat en verpakkingsmateriaal zijn geen
kinderspeelgoed!
Kinderen mogen niet met plastic zakken, folies en
kleine onderdelen spelen! Er bestaat gevaar voor
inslikken en verstikkingsgevaar!
9.
Montage
m LET OP!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
Voor de montage heb je nodig:
• Vorksleutel 12 mm (niet bij de levering inbegrepen)
• Vorksleutel 14 mm (niet bij de levering inbegrepen)
• Vorksleutel 17 mm (niet bij de levering inbegrepen)
• Inbussleutel 4 mm (niet bij de levering inbegrepen)
• Kruiskopschroevendraaier (niet inbegrepen)
9.1 Montage van de wielen (afb. C)
Steek de schroef (23) door het wiel (14). Steek nu de
schroef (23) door de opname op het drukvat (12). Be-
vestig de schroef (23) nu met de moer (24).
Herhaal deze werkwijze aan de andere zijde van het
drukvat (12).
9.2 Montage van de standaard (2x) (afb. D)
Steek de schroef (25) door de standaard (13). De
standaard (13) wordt aansluitend op de opname op het
drukvat (12) aangebracht.
Bevestig de standaard (13) met de moer (26).
Herhaal de werkwijze voor de tweede standaard.
9.3 Montage van het luchtfilter (3x) (afb. E)
Verwijder de transportbeveiliging van de luchtfiltero-
pname (indien aanwezig).
Verwijder de vleugelmoer (27) en de schijf (28) van de
draadpen op de compressorpomp.
Steek de luchtfilterbehuizing (1) met het papierfilter op
de draadpen. Bevestig het luchtfilterhuis (1) weer met
de schijf (28) en de vleugelmoer (27).
Herhaal deze werkwijze voor alle luchtfilters.
Bevestig het luchtfilter met de inlaatopening omlaag,
om een te grote verontreiniging te voorkomen.
66 | NL
9.4 Montage transportgreep (afb. F)
Bevestig de transportgreep (6) met de schroef (29) zo-
als weergegeven op het drukvat (12).
Herhaal deze werkwijze drie keer.
9.5 Compressorolie (afb. L)
• Verwijder de olie-afsluitplug (y) van de olievulope-
ning.
• Vul het compressorpomphuis met de meegeleverde
compressorolie en plaats de meegeleverde olie-afs-
luitplug (18) in de olievulopening.
• Controleer het oliepeil in het peilglas (16). Het olie-
peil moet binnen de rode cirkel staan.
10. Voor de ingebruikname
• Controleer vóór het aansluiten of de specificaties op
het typeplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet.
• Vul het compressorpomphuis met olie, zoals onder
punt 9.5 beschreven.
• Controleer het apparaat op transportschade. Meld
eventuele schade direct bij het transportbedrijf dat
de compressor heeft bezorgd.
• De opstelling van de compressor moet nabij de ver-
bruiker plaatsvinden.
• Lange luchtleidingen en lange snoeren (verlengs-
noeren) moeten worden voorkomen.
• Let er op dat de aanzuiglucht droog en stofvrij is.
• De compressor niet in vochtige of natte ruimtes ops-
tellen.
• De compressor mag slechts in gepaste ruimten
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C
tot 40°C) worden gebruikt. In de ruimte mag geen
sprake zijn van stof, zuren, dampen, explosieve of
brandbare gassen.
• De compressor is geschikt voor gebruik in droge
ruimtes. In het bereik waar met spatwater wordt ge-
werkt, is gebruik niet toegestaan.
• Vóór de volgende ingebruikname moet het oliepeil in
de compressorpomp worden gecontroleerd.
• De compressor mag alleen kortstondig, bij droge
omgevingscondities, buitenshuis worden gebruikt.
• De compressor moet altijd droog worden gehouden
en mag na de werkzaamheden niet buitenshuis ach-
ter worden geladen.
www.scheppach.com