Publicité
CS
3.1.2. Ochrana podlahy Viz obrázek 6.
A. Betonová podlaha bez dlažby. Na betonovou
podlahu můžete kamna nainstalovat bez nějakých
zváštních opatření, pokud ovšem má beton tloušťku
alespoň 60 mm. Pouze zkontrolujte, jestli v betonu není
uloženo elektrické vedení nebo vodovodní potrubí.
B. Dlažba. Malta, lepidlo a nepromokavé materiály
pod dlaždicemi obvykle nebývají odolné proti teplu
sálajícímu z kamen. Kamna by měla být umístěna na
ochranné podložce Harvia ( 3.4.) nebo na podložce s
podobnými vlastnostmi.
C. Podlaha z nehořlavého materiálu. Na podlahu
položte ochrannou podlážku Harvia. ( 3.4.).
Kamna instalujte na podlahu o dostatečné
únosnosti. Pokud stávající podlaha tento po-
žadavek nesplňuje, je potřeba zavést potřebná opat-
ření (například položit desku roznášející zatížení),
aby bylo dosaženo potřebné únosnosti.
Světlá podlaha se časem ušpiní od popela,
úlomků kamenů a kovových šupinek, které pa-
CS
dají z kamen. Podlaha by raději měla být tmavá včet-
ně spárování.
NL
Obrázek 6.
Ochrana podlahy (všechny rozměry jsou uvedeny v milimetrech)
Figuur 6.
De vloer beschermen (alle afmetingen in millimeters)
3.1.3. Bezpečné vzdálenosti
Obrázek 7 a 8.
Strop. Minimální bezpečná vzdálenost kamen od stropu
•
(A).
Stěny a lavice jsou z hořlavého materiálu. Mini-
•
mální bezpečná vzdálenost od hořlavých materiálů: po
stranách (B), za kamny (C), zepředu (D).
Zděné stěny (E). Mezi kamny a stěnou ponechte 50
•
mm za předpokladu, že vzduch může cirkulovat před
kamny a z jedné strany kamen. Pokud jsou kamna umís-
těna ve výklenku, mezi kamny a stěnou ponechte 100
mm kvůli cirkulaci vzduchu.
74
NL
3.1.2. De vloer beschermen
Zie figuur 6.
A. Betonnen vloer zonder tegels. De kachel kan
zonder specifieke veiligheidsmaatregelen op
een betonnen vloer van minstens 60 mm dik
worden geïnstalleerd. Zorg ervoor dat er geen
bedrading of waterleidingen in het beton onder
de kachel zijn gegoten.
B. Tegelvloeren. De verlijmingen, voegen en
waterdichte materialen die onder de tegels
worden gebruikt, zijn niet bestand tegen de
uitgestraalde hitte van de kachel. Bescherm de
vloer met de beschermplaat van Harvia ( 3.4.)
of een soortgelijke warmtebescherming.
C. Vloeren in brandbaar materiaal. Bescherm
de vloer met de beschermplaat van Harvia (
3.4.). Als de vloer voor de kacheldeur uit
brandbaar materiaal bestaat, installeer dan
vuurvaste vloerbescherming.
De kachel moet op een vloer met toereikend
draagvermogen worden geïnstalleerd. Als de
bestaande vloer niet aan deze voorwaarde voldoet,
moeten passende maatregelen (zoals bijvoorbeeld
een lastverdelende plaat) worden aangebracht.
Lichtgekleurde vloeren zullen door de as,
steendeeltjes en metaaldeeltjes van de kachel
vuil worden. Gebruik donkere vloerbedekking en
donkere voegmiddelen.
3.1.3. Veiligheidsafstanden
Zie figuren 7 en 8.
Plafond. De minimale veiligheidsafstand tussen
•
de kachel en het plafond (A).
Muren en zitbanken in brandbare materialen.
•
De minimale veiligheidsafstanden tot brandbare
materialen: aan beide kanten (B), achter de
kachel (C), aan de voorkant (D).
Gemetselde muren (E). Laat 50 mm ruimte
•
tussen de kachel en de wanden, zodat lucht
voor en naast de kachel kan circuleren.
Wanneer de kachel in een nis in de muur wordt
geïnstalleerd, moet 100 mm tussen de kachel
en de wanden voor de luchtcirculatie worden
vrijgelaten.
Publicité
