nl
Storing
Pomp start niet
Pomp transporteert niet
Druk te laag
Pomp wordt uitgeschakeld
De pomp start steeds en wordt dan
weer uitgeschakeld
Pomp lek
Driewegventiel werkt niet meer
Storingsmelding sensorfout op het
bedieningsveld
Installatie transporteert leidingwa-
ter hoewel het regenwaterreservoir
gevuld is
Suppletieventiel in de buffertank
sluit niet/er stroomt water uit de
overloop
Display donker en geen functie van
het toestel
128
Oorzaak
Geen stroom
Motor heeft geen voeding
Pomp geblokkeerd, motor bromt
Storingsmelding op het regelsysteem
Inschakeldruk te laag ingesteld
Aanzuighoogte te hoog
Aanzuighoogte te hoog
Aanzuigfilter/zuigkorf/voetventiel verstopt
Vermogensbeschermingsschakelaar motor geac-
tiveerd
Lichte lekkage of afsluitkraan defect
Zeer geringe afnamehoeveelheid of lichte lekkage Uitbreiden met een expansievat achter de pomp
Mechanische afdichting defect
Blokkering door sedimenten op de ventielzitting
De motor zit niet meer goed op het ventiel
De niveausensor stuurt een verkeerd signaal naar
het regelsysteem, omdat de kabel beschadigd is
of omdat de niveausensor in het regenwaterreser-
voir is geblokkeerd.
Bedieningsveld in handbedrijf
Hoewel het regenwaterreservoir voldoende is ge-
vuld, heeft de niveausensor de transportmodus
niet veranderd. Kabel beschadigd of niveausensor
in het regenwaterreservoir geblokkeerd
Installatie vervangt automatisch het water in de
buffertank (zie hoofdstuk 7.1)
Suppletieventiel defect of mechanisch geblok-
keerd
Zekering intern (afhankelijk van het model) of ex-
tern geactiveerd
Oplossing
Controleer de zekeringen/vermogensbescher-
mingsschakelaar op het schakelpaneel, de aan-
sluitingen en spanningskabel en start de installatie
dan opnieuw op.
Zet de schakelaar op de pomp op AAN.
Controleer of de stekker van de stroomvoorzie-
ning van de motor goed is aangesloten.
Onderbreek de stroomvoorziening (trek de nets-
tekker eruit), controleer of de as in spanningsloze
toestand soepel draait.
Contact opnemen met de servicedienst.
Verhelp de storing.
Lees de foutmelding en verhelp de oorzaak.
Corrigeer de inschakeldruk.
Controleer het waterpeil in het regenwaterreser-
voir resp. de buffertank.
Controleer het waterpeil.
Reinig het filter of de zuigkorf van het voetventiel
in het regenwaterreservoir.
Laat afkoelen en start opnieuw.
Sluit de aftapleiding voordat u de oorzaak van de
storing gaat zoeken.
Controleer de afdichtingspunten en dicht ze, in-
dien nodig, af.
Controleer de afsluiters en vervang ze indien no-
dig.
(verbruikerskant)
Vervang de pomp.
Voer een visuele controle van het ventiel uit. De-
monteer en reinig het ventiel indien nodig.
Controleer de bevestiging en corrigeer deze indien
nodig.
Controleer de contacten of voer een visuele con-
trole uit.
Stel de bedrijfsmodus op het bedieningsveld goed
in.
Controleer de contacten of voer een visuele con-
trole uit.
Functie volgens het programma, geen actie nodig
(zie hoofdstuk 6.2).
Voer een visuele controle uit. Verwijder de buffer-
tank indien nodig, controleer het suppletieventiel
en stel dit goed af.
Pomp met te hoge startstroom door blokkering,
controleer de mogelijke oorzaak.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-RAIN3 • Ed.05/2024-02