nl
6
Installatie en elektrische aan-
sluiting
6.1
Plaats van opstelling
6.2
Installatie
118
•
De plaats van opstelling moet droog en goed geventileerd zijn en beschermd tegen
vorst. De installatie is niet ontworpen voor buitenopstelling.
•
Neem de omgevingstemperaturen in acht, zie de technische gegevens.
•
Kies de plaats van opstelling in overeenstemming met de productafmetingen.
•
Aansluitingen moeten vrij toegankelijk zijn.
•
Het is niet toegestaan om apparaten of voorwerpen onder het product op te stellen of
erop aan te brengen. De installatie heeft een geïntegreerde overloop (Fig. 11, pos. A).
•
Dek de installatie niet af.
Fig. 11: Overloop
9
Aansluiting (Ø 19 mm) van de overloop op de buffertank voor het afvoeren van
zeer kleine hoeveelheden via een ter plaatse aanwezige ontwateringsleiding
A
Overloop op wand reservoir
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door ondeskundige installatie.
• Laat de installatie uitsluitend uitvoeren door gekwalificeerd personeel.
• Neem de voorschriften voor de ongevallenpreventie in acht.
• Neem de lokale voorschriften in acht.
GEVAAR
Scherpe onderdelen kunnen letsel veroorzaken.
Draag bij installatie- en onderhoudswerkzaamheden veiligheidshand-
schoenen.
✓
De installatie wordt uitsluitend op de wand gemonteerd.
✓
Houd 1 meter afstand tot de vloer aan.
✓
Waarborg dat de installatie toegankelijk is voor onderhoud, zorg voor minstens 30 cm
afstand aan de zijkanten en boven de installatie.
✓
Zorg ervoor dat de bedieningsinterface (LCD-touchscreen) van het regelsysteem goed
kan worden bediend en leesbaar is. Het touchscreen moet zich na de installatie op
ooghoogte bevinden.
A
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-RAIN3 • Ed.05/2024-02
9