nl
Menu-nr.
Parameter/
info
Installatie
5.00
5.04
Pomptype
5.05
Aantal wa-
terreservoir-
pompen
5.11
Drukbereik
Sensor
5.17
Drempel-
waarde
overdruk
5.21
Bereik ni-
veausensor
citerne
5.22
Montage-
hoogte van
de niveau-
sensor
5.24
Hoogwater-
niveau citer-
ne
5.26
Vorm van de
citerne
110
(25 cm)
5.24
5.51
Fig. 8: Afmetingen en parameters van het regenwaterreservoir
Min.
Max.
Tekst
HiMulti3-24
HiMulti3-25
HiMulti3-45
0
1
0.0
16,0
10
0.0
25,0
0
1
1000
1
1000
geen
rechthoekig
cilindrisch
cilindrisch horizon-
taal
bolvormig
5.52
Standaard
Een-
Toe-
heid
gang
sni-
veau
1
De laatste
3
instelling
wordt ge-
bruikt
0
2
10,0
bar
3
8
bar
2
5.00
m
3
25
cm
2
<5.51>+25
cm
2
geen
2
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-RAIN3 • Ed.05/2024-02
5.53
Beschrijving
Instellingen voor de montage van het be-
dieningsveld in een installatie
Selectie van het pomptype voor het defi-
niëren van pompkarakteristieken, die de
optimale gewenste druk voor de uitscha-
keling bepalen (zie menu 1.05)
Aantal pompen voor een regenwaterreser-
voir
1 = aanwezig
0 = niet aanwezig
Meetbereik van de gemonteerde analoge
druksensor
Toelaatbare waarde van de nominale druk
aan de perszijde
Waarde uit menu 1.04 < 5.17
Meetbereik van de in het regenwaterreser-
voir gemonteerde sensor
Afstand tussen bodemniveau en monta-
gehoogte sensor
Drempelwaarde die aangeeft vanaf welk
niveau van het regenwaterreservoir de
overstroming wordt gemeld (afstand zie
menu 5.51).
5.22 < 5.51 < 5.24 < 5.29
Er kunnen hier duidelijk gedefinieerde vor-
men van regenwaterreservoirs worden ge-
selecteerd. Ze kunnen dan worden ge-
bruikt als basis voor de berekening van de
capaciteit (procentuele [%] niveau-indica-
tie).
5.29
5.22