6. Overschakeling naar gebruiksmodus
1. Om het systeem in gebruiksmodus te zetten, druk op het toetsenbord of op de centrale:
installateurscode
2. Het deksel op de centrale terugplaatsen.
7. Reële test
Voer steeds een reële test uit voor elk van de gerelayeerde producten. (cf. installatiegids van
elk product).
8. Onderhoud
8.1 Signalering van de storingen
De centrale superviseert en identificeert het radiorelais. Ze controleert de status van:
• de voeding,
• de radioverbinding,
• het zelfbeveiligingscontact.
Indien een storing werd gememoriseerd, zal de centrale deze storing vocaal aan een
systeembesturing meedelen. (cf. handleiding van de centrale).
De voedingsstoring wordt ook locaal gesignaleerd door 3 korte bips op het relais.
Bijvoorbeeld, in geval van verlies van de
radioverbinding tussen het relais en de
centrale, zal de centrale het volgende
melden:
8.2 Batterijvervanging
Om de batterij te vervangen:
1. Om het systeem in installatiemodus te zetten, druk op het toetsenbord of op de
centrale:
hoofdcode
vervolgens
installateurscode
98
OPGELET: indien de centrale het volgende vermeldt: "bip,
storing zelfbeveiliging apparaat X", verifieer of de
magneet of de beveiliging tegen het wegnemen correct
geplaatst is (stap 4 tot 8 / hoofdstuk 5.3) en/of het deksel
correct gesloten is.
"bip,
testmodus"
"bip,
installatie -
modus"
"bip, deel 1 aan, bip, storing
radioverbinding apparaat X"
"bip, testmodus"
"bip,
installatiemodus"