5. Bevestiging
5.1 Plaatskeuze
Het relais kan geïnstalleerd worden:
• binnenshuis
• buitenshuis, op een beschutte plaats,
• met een afstand van minstens 2 meter tussen elk product, behalve tussen 2 detectoren.
• in de hoogte, op meer dan 1 m, ver van elk obstakel (meubels, metalen structuur...),
• ver van eventuele elektrische storingsbronnen (elektriciteitsmeter, telefoonkast...),
Het relais mag nooit rechtstreeks op een metalen wand geïnstalleerd worden.
5.2 Test van het radiobereik
Alvorens het relais en de gerelayeerde toestellen te bevestigen, deze op de voorziene plaats
positioneren en het radiobereik testen.
Als de tests goed zijn, het relais en de gerelayeerde toestellen bevestigen. Zijn ze niet
goed, dan moeten de toestellen verplaatst worden.
5.2.1 Test van het radiorelais
1. Druk meer dan 5 sec.
op de testtoets van
het relais. Het
controlelampje licht
groen op.
5.2.2 Test van de afstandsbediening
1. Druk op de toets "Uit".
92
2. De centrale geeft het
gesproken bericht:
"bip, test
apparaat X"
2. De centrale geeft het
gesproken bericht:
"bip, bediening X
uit"
3. Het relais bevestigt via
een lange bip.
"biiiiip"
3. De afstandsbediening
bevestigt door het
controlelampje groen
op te lichten gedurende
1,5 sec.