Definities En Pictogrammen; Functie En Beschrijving - Tractel Travflex 2 Manuel D'installation, D'emploi Et D'entretien

8. Tractel S.A.S wijst alle verantwoordelijkheid af
®
voor opstellingen van platen voor de travflex™ 2
levenslijn, uitgevoerd buiten haar controle.
9. Als om het even welk punt van de travflex™ 2
levenslijn of een ankerpunt in de val van een
gebruiker betrokken werd, dan moet de volledige
levenslijn en de platen van de zones van de val
verplicht gecontroleerd worden voordat men de
levenslijn opnieuw gebruikt. Deze controle moet
NL
conform de voorschriften van deze handleiding
uitgevoerd worden door een hiervoor bevoegde
persoon.
10. Het is absoluut noodzakelijk om ervoor te zorgen
dat het dakpaneel en de steunconstructie voor de
bevestigingsplaat compatibel zijn met de verwachte
belasting van 15 kN voor het bevestigen van
tussenankers en het einde van de levenslijn en
20 kN voor de bevestiging van de bochtankers.

2. Definities en pictogrammen

2.1. Definities
"Gebruiker": Persoon of dienst verantwoordelijk voor
het beheer en de gebruiksveiligheid van het in deze
handleiding beschreven product.
"Technicus": Bevoegd persoon, belast met de
onderhouds werken en die gebruiker de toestemming
voor gebruik geeft, en die competent en bekend met
het product is.
"Installateur": Bevoegde persoon, belast met de
installatie van de travflex™ 2 levenslijn, met de ringflex
ankerring en met de platen.
"PBM": Persoonlijk
hoogtevallen.
"Structurele verankering": Element continu bevestigd
op een structuur (ontvangst of draag) waarop het
mogelijk is een verankerinrichting te plaatsen of een
persoonlijke beveiliging
vast te koppelen. Op de travflex™ 2 levenslijn zijn
de structurele ankers de platen beschreven in deze
handleiding.
"Levenslijn": Er is geen referentie naar de term
"levenslijn" in de reglementering of in de normen.
De horizontale travflex™ 2 levenslijn behoort tot de
categorie "Ankerinrichting uitgerust met horizontale,
flexibele supports".
"Verankerinrichting": Element of serie elementen of
samenstellende onderdelen met een verankerpunt of
meerdere verankerpunten.
36
Beveiligingsmiddel tegen
(tegen hoogtevallen)
"Verankerpunt": Element waarop de persoonlijke
bescherming tegen hoogtevallen op kan bevestigd
worden.
Er bestaan 3 soorten verankerpunten op de travflex™ 2
levenslijn:
• De travsmart geleider die op de kabel van de
levenslijn glijdt,
• De bevestigingspunten voor eind- en bochtankers,
• De ring Ringflex is ook een verankeringspunt.
2.2. Pictogrammen
"GEVAAR": Deze is geplaatst aan het begin van
een lijn, en geeft instructies voor bedieners die ervoor
bestemd zijn om blessures, in het bijzonder dodelijke,
zware of lichte verwondingen, alsook schade aan het
milieu te voorkomen.
"BELANGRIJK": Deze is geplaatst aan het begin
van een lijn, en geeft instructies die ervoor bestemd zijn
om storing of schade aan uitrustingen te vermijden die
niet direct het leven of de gezondheid van de bediener
of die van andere personen direct in gevaar brengen,
en/of die waarschijnlijk geen schade aan het milieu
zullen veroorzaken.
"OPMERKING": Deze is geplaatst aan het begin
van een lijn, en geeft instructies die ervoor bestemd zijn
de doeltreffendheid of het comfort van een installatie,
van het gebruik of van onderhoudswerkzaamheden te
verzekeren.

3. Functie en beschrijving

De travflex™ 2 platen zijn interfaces, bestemd om
bevestigd te worden op ankers van de travflex™ 2
levenslijn of op de ringflex ankerringen. Deze
bevestigingsplaten bestaan uit een roestvrijstalen
bevestigingsplaat en een set bevestigingsmiddelen
waarmee de bevestigingsplaat direct op verschillende
dakconstructies kan worden bevestigd.
op
De bevestigingsplaten voor de levenslijn Traflex™
2 en de verankeringsring Ringflex kunnen op zowel
dakbedekking als gevelbekleding worden geïnstalleerd.
De bevestigingsplaten voor de levenslijn Traflex™ 2 en
verankeringsring Ringflex zijn speciaal ontworpen voor
installatie en gebruik op:
– stalen en sandwich bakken met lage mechanische
weerstand met een minimale dikte van 0,4 mm en
een golflengte van 200 tot 350 mm.
– aluminiumbakken met een staande naad van
minimaal 1 mm dikte en een golflengte van 300 tot
500 mm.