6. Het is verplicht zich ervan te verzekeren dat de
koppelingsbalk van de rollclamp compatibel is met
de voorziene lading ofwel, 10 KN per geïnstalleerde
rollclamp.
7. De installatie van het rollclamp ankerpunt moet
uitgevoerd worden met de aangepaste middelen,
onder veiligheids voorwaarden die rekening houden
met de risico's die de installateur loopt en met het
type van de site.
8. Het gebruik, het onderhoud en het beheer van het
rollclamp
Ankerpunt
verantwoordelijkheid van een gebruiker worden
geplaatst die de veiligheidsregelingen kent en van
de kracht zijnde normen van dit soort materiaal en
NL
de bijbehorende uitrustingen kennen, en deze
weten te doen respecteren. Elke verantwoordelijke,
installa teur en gebruiker moet deze handleiding
gelezen en begrepen hebben. Tijdens de installatie
moet het rollclamp ankerpunt gecontroleerd worden
door een bevoegde per soon op de conformiteit van
de installatie met het dossier van de voorafgaande
studie en met deze handleiding.
9. De gebruiker van een rollclamp verankeringspunt
moet het volgende controleren de constante
conformiteit van het rollclamp ankerpunt en deze
van
de
bijbehorende
garanderen. Hij moet zich houden aan de veiligheid -
seisen en aan de van toepassing zijnde normen en
wetgevingen in deze materie. Hij moet de
compatibiliteit van de bijbehorende PB's onderling
en met het Mobofor Ankerpunt garanderen.
10. Het rollclamp ankerpunt en de bijbehorende
uitrustingen mogen nooit gebruikt worden als deze
niet in schijnbaar goede staat verkeren. Als men
visueel een defect vaststelt of als men twijfelt over
de staat van het ankerpunt, is het verplicht het
vastgestelde defect te herstellen voordat het
gebruik ervan verder gezet wordt. Een periodieke
controle van het rollclamp ankerpunt en de
bijbehorende PB's moet minstens eenmaal per jaar
gebeuren, hij moet georganiseerd zijn, zoals
aangegeven in hoofdstuk 11, onder de leiding van
een technicus die hiervoor een opleiding heeft
gevolgd.. Deze opleiding kan door Tractel
verschaft worden. Deze controle moet conform de
Richtlijn 89/656/CEE geleid worden en volgens de
aanwijzingen van deze handleiding.
11. Voor elk gebruik moet de gebruiker een visueel
onderzoek van het ankerpunt uitvoeren om ervoor
te zorgen dat het in goede staat verkeert, en of de
PB's eveneens goede staat verkeren, compatibel
zijn en correct geplaatst en gekoppeld zijn.
12. Het rollclamp ankerpunt mag uitsluitend gebruikt
worden voor de beveiliging van personen tegen
hoogtevallen, conform de in deze handleiding
30
moeten
onder
de
PB's
controleren
en
®
beschreven aanwijzingen. Geen enkel ander
gebruik is toegestaan. Het mag namelijk nooit
gebruikt worden als ophangsysteem.
Het mag nooit gebruikt worden voor meer dan
1 operator gelijktijdig.
13. Het is verboden de onderdelen van het rollclamp
ankerpunt te hestellen of te wijzigen of onderdelen
te monteren die niet door Tractel
geleverd werden.
14. Als een rollclamp ankerpunt gebruikt werd in een
val van een operator, dan moeten alle onderdelen
van het ankerpunt, in het bijzonder de absorber en
de in de val betrokken persoonlijke beveiligingen
verplicht gecontro leerd worden voordat ze opnieuw
in gebruik gesteld worden. Deze controle dient
volgens de aanwijzingen van deze handleiding door
een
technicus
hiervoor.
onderdelen of ele men ten moeten afgedankt worden
en vervangen worden, conform de door de fabrikant
bijgeleverde
instructie handleidingen
onderdelen of elementen.
15. Het is zeer belangrijk voor de veiligheid van de
gebruiker dat de installatie of het verankeringspunt
op de juiste manier geplaatst is en dat het werk zo
uitgevoerd wordt dat de hoogte en het risico van
een val tot een minimum beperkt worden.
2. Definities en pictogrammen
2.1 Definities
"Gebruiker": Persoon of verantwoordelijke dienst van
het beheer en de gebruiksveiligheid van het product
beschreven in de handleiding.
"Technicus": Bevoegd persoon, belast met de
beschreven onderhoudswerken en door de handleiding
toegestaan aan de gebruiker, die competent en bekend
is met het product.
"Installateur": Bevoegd persoon, belast met de
installatie van het rollclamp ankerpunt.
"Operator": Persoon dat het rollclamp ankerpunt
gebruikt conform de bestemming ervan.
Koppelelement
"Connector":
samenstellende
valbeveiligingssystemen. Deze is conform de norm EN
362.
"Draagbare tijdelijke verankering": bevestiging -
suitrusting van een valbeveiliging. Deze is conform de
norm EN 795-B: 1996 + A1: 2000.
"Ankerpunt": Plaats van verankering waar de operator
zich moet koppelen.
"Zekeringstouw": Verbindingselement tussen het
veranker punt en een te beveiligen systeem.
"Ankerbalk": Installatiestructuur van het Rollclamp
verankeringspunt.
"Valharnas": Lichaamsbescherming bestemd om
®
aanbevolen of
De
herbruikbare
van
de
tussen
de
onderdelen
van