De brander is voorzien van EG markering en is in overeenstemming met de essentiële eisen van
de volgende Richtlijnen:
– CE Certificaat Nr.: 0085BR0381 conform 2009/142/EG;
– Richtlijn Eelektromagnetische Compatibiliteit 2014/30/UE;
– Richtlijn Laagspanning 2014/35/UE;
– Richtlijn Machines 2006/42/EG.
De brander is conform de beschermingsgraad IP 40 volgens EN 60529.
IDENTIFICATIE
Op het gegevensplaatje van het product zijn het registratienummer, het model en de belangrijkste techni-
sche gegevens weergegeven. Als het gegevensplaatje geschonden of verwijderd is, kan het product niet
met zekerheid geïdentificeerd worden en zijn de installatie ervan en het onderhoud eraan moeilijk en/of ge-
vaarlijk.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Voor een verbranding met zo weinig mogelijk milieuverontreinigende emissies, moeten de afmetingen en
het type verbrandingskamer van de ketel, overeenkomen met bepaalde waarden.
Daarom is het raadzaam de Technische Servicedienst te raadplegen alvorens dit type brander te kiezen
voor de combinatie met een ketel.
Het vakbekwaam personeel is het personeel dat aan de technische professionele vereisten voldoet die
voorgeschreven worden door de wet van 5 maart 1990 nr. 46. De handelsorganisatie beschikt over een
dicht net filialen en technische servicediensten waarvan het personeel regelmatig deelneemt aan opleidin-
gen en bijscholingscursussen bij het Bijscholingscentrum van het bedrijf.
Deze brander mag alleen gebruikt worden voor het doeleinde waarvoor hij gemaakt is.
De fabrikant draagt geen contractuele of extra-contractuele aansprakelijkheid voor schade aan zaken en/of
letsel aan personen en dieren veroorzaakt door fouten in de installatie en de afstelling van de brander, door
een onjuist, verkeerd of onredelijk gebruik ervan, door de niet inachtneming van de bij de brander geleverde
handleiding en door de ingreep van niet vakbekwaam personeel.
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Als de brander bij het aansteken of bij de werking afwijkingen mocht vertonen, dan maakt de brander een
"veiligheidsstop" aangegeven door het rode vergrendelingssignaal van de brander. Om de
omstandigheden voor het starten weer te herstellen, de ontgrendelingsknop indrukken. Zodra de brander
weer start, dooft het rode lampje.
Deze handeling kan tot hoogstens 3 keer herhaald worden. Als de "veiligheidsstoppen" herhaaldelijk
voorkomen, moet de Technische Servicedienst geraadplCEEd worden.
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSREGELS
Het apparaat mag niet door kinderen of onervaren personen gebruikt worden.
Het is ten strengste verboden met doeken, papier of iets dergelijks de ventilatieroosters of de ventilatie-
opening van de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is, dicht te maken.
Pogingen tot reparatie van het apparaat door onbevoegd personeel, zijn verboden.
Het is gevaarlijk aan elektriciteitskabels te trekken of te draaien.
Het is verboden het apparaat hoe dan ook schoon te maken zonder eerst het apparaat van het elektrici-
teitsnet los te hebben geschakeld.
Maak noch de brander, noch onderdelen van de brander schoon met licht ontvlambare stoffen (bijv. ben-
zine, alcohol, enz.).
De kap mag alleen met water en zeep schoon gemaakt worden.
Zet geen voorwerpen op de brander.
Laat geen reservoirs en ontvlambare stoffen in de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is.
In enkele delen van de handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
OPLETTEN = voor handelingen waarbij extra voorzichtig opgetreden moet worden en waarvoor een
passende voorbereiding nodig is.
VERBODEN = voor handelingen die absoluut NIET uitgevoerd MOGEN worden.