Plaatskeuze - Truma Combi D 6 Instructions De Montage

Nadere informatie over de voorschriften in de desbetreffende
bestemmingslanden kunnen via onze buitenlandvertegen-
woordigingen (zie Truma Serviceblad of www.truma.com)
worden opgevraagd.

Plaatskeuze

Het toestel en de uitlaatgasafvoer altijd zodanig inbouwen dat
zij steeds goed toegankelijk zijn voor servicewerkzaamheden
(bijv. aan brandstof- en wateraansluiting via een serviceluik,
deurtjes etc.) en gemakkelijk ge(de)monteerd kunnen worden.
De afstand van het toestel tot de omringende meubel- of voer-
tuigonderdelen dient aan alle kanten minstens 10 mm (aan de
kant van de wateraansluiting minstens 5 mm) te bedragen.
In de levering is een tweede typeplaatje (duplicaat) met af-
neembare barcode inbegrepen.
Als na de montage van de verwarming het typeplaatje op de
verwarming niet leesbaar is, dan kan het tweede typeplaatje
(duplicaat) op een goed zichtbare plek op het toestel aange-
bracht worden.
Het duplicaat moet alleen samen met het origineel worden
gebruikt.
Om een gelijkmatige verwarming van het voertuig te bereiken,
moet de verwarming in het voertuig zo centraal mogelijk
in een kledingkast, opbergruimte of iets dergelijks met vol-
doende hoogte zodanig gemonteerd worden dat de te leggen
luchtverdelingsbuizen van ongeveer dezelfde lengte kunnen
zijn. Voor de luchtaanzuiging moet de inbouwruimte over
geschikte openingen beschikken – zie aanzuiging van luchtaf-
voer resp. van circulatielucht en heteluchtverdeling. De maxi-
male lengte voor brandstofleidingen (zie brandstofaansluiting)
en voor de luchtafvoer- en luchtaanzuiguitlaat (zie uitlaatsgas-
en verbrandingsluchtleiding) moet in acht worden genomen.
2
10*
* Minimumafmetingen – afhankelijk van de inbouwsituatie
moet rekening worden gehouden met extra plaats voor
brandstof- en wateraansluitingen. Alle afmetingen in mm.
Origineel
Duplicaat
1
10*
500*
3
500*
Om een mogelijk gevaar voor personen door hitte
die bij een ongeval kan vrijkomen te beperken, moet
de bovenste afdekplaat (1) van de inbouwkast – ten minste
10 mm boven de verwarming – op de andere meubelen vast-
geschroefd worden. Afhankelijk van de inbouwsituatie moet
haaks op de rijrichting – speciaal bij inbouw aan de achterkant
van het voertuig – een stabiele meubelconsole (2) voor (naast)
de kachel worden aangebracht. Hiertoe kan een massieve
lijst (doorsnede 30 x 50 mm) op een hoogte van ca. 180 mm
boven de voertuigbodem of een plaat (3) op een stabiele meu-
belconsole worden aangebracht.
Onder het toestel mogen zich geen warmtegevoelige mate-
rialen bevinden (bijv. vloerbedekkingen zoals pvc o.a., kabels
enz.) omdat zich op de bodem van het toestel hoge omge-
vingstemperaturen kunnen voordoen.
Om onderdelen binnen het toestel niet te beschadigen mogen
geen kabels of waterleidingen aan de isolatielaag van het toe-
stel worden bevestigd.
De werking van essentiële onderdelen van het voertuig mag
niet worden gehinderd.
Schoorstenen dienen zodanig te zijn opgesteld dat binnendrin-
gen van rookgassen in het interieur niet te verwachten is. De
schoorsteen dient als wandschoorsteen te worden uitgevoerd.
R
De wandschoorsteen moet zo aangebracht worden, dat er
zich in een straal van 500 mm (R) geen tanksteun en geen
tankventilatieopening bevindt. Bovendien mag zich binnen
300 mm geen ontluchtingsopening voor het woongedeelte of
vensteropening bevinden.
Bij de montage van de schoorsteen direct onder een te
openen venster moet altijd een elektrische raamschake-
laar (art.-nr. 34000-85800) worden aangebracht.
300 mm
43