BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
1. Dit is een "Universeel" kinderbeveiligings-
systeem, dat goedgekeurd is volgens Voor-
schrift nr. 44, amendementen serie 04. Het
is geschikt voor algemeen gebruik in voer-
tuigen en compatibel met de meeste, maar
niet alle autozetels.
2. De perfecte compatibiliteit is eenvoudiger
te verkrijgen indien de fabrikant van het
voertuig in de handleiding ervan verklaart
dat het voertuig geschikt is om er "universe-
le" beveiligingssystemen voor kinderen van
deze leeftijdsgroep in te installeren.
3. Dit kinderbeveiligingssysteem is als "Univer-
seel" geclassificeerd volgens goedkeurings-
criteria die strenger zijn ten opzichte van vo-
rige modellen die niet met deze mededeling
zijn uitgerust.
4. Enkel geschikt om te worden gebruikt in
voertuigen met vaste of oprolbare drie-
puntsgordels, die zijn goedgekeurd volgens
de Voorschriften UN/ECE Nr. 16 of andere
gelijkwaardige standaarden.
5. Neem in geval van twijfel contact op met de
fabrikant van het kinderbeveiligingssysteem
of met de verkoper.
3. BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN
VAN HET ARTIKEL EN DE AUTOZITTING
WAARSCHUWING! Neem de volgende be-
perkingen en gebruiksvereisten betreffende
het artikel en de autozitting nauwgezet in
acht: anders is de veiligheid niet verzekerd.
• Deze autostoel is enkel goedgekeurd voor ge-
bruik voor kinderen met een gewicht tussen
9 en 36 kg (van 9-12 maanden tot ongeveer
12 jaar).
• De autozetel dient uitgerust te zijn met
een vaste of oprolbare driepuntsgordel, die
goedgekeurd is volgens de Voorschriften
UN/ECE Nr. 16 of andere gelijkwaardige stan-
daarden (Fig. 1).
WAARSCHUWING! Bij gebruik in voertuigen
die op de achterbank zijn uitgerust met vei-
ligheidsgordels met ingebouwde airbags (op-
blaasbare gordels):
- In Gr. 1 (9-18 kg) kan het contact tussen
het opblaasbare gedeelte van de riem en
het kinderzitje leiden tot ernstig letsel of de
dood. Gebruik geen opblaasbare veiligheids-
gordels bij installatie van dit kinderzitje in
een voertuig.
- In Gr. 2-3 (15-36 kg) volgt u de gebruiksaan-
wijzingen van de autofabrikant voor het ge-
bruik van de autostoel in voertuigen die op
de achterbank zijn uitgerust met veiligheids-
gordels met ingebouwde airbags (opblaas-
bare gordels).
• Installeer het autostoeltje nooit met de twee-
puntsgordel van de auto. (Fig. 2).
• Het autostoeltje kan voorin op de passagiers-
zitplaats worden aangebracht, of op één van
de achterzittingen. Gebruik dit autostoeltje
nooit op zetels die zijdelings staan of tegen
de rijrichting in (Fig. 3).
• Het artikel is uitsluitend bestemd om te
worden gebruikt als autostoel en niet voor
gebruik in huis.
• Voor een goede installatie zorgt u ervoor dat
de hoofdsteun van de autozetel op geen en-
kele manier in de weg zit van de rugleuning
van de autostoel.
• Verzeker u ervan dat de gesp van de drie-
puntsgordel van de auto niet te hoog zit.
Probeer de autostoel anders op een andere
zitplaats van de auto te installeren (Fig. 7A
en 31A).
4. DE AUTOSTOEL IN DE AUTO INSTALLE-
REN EN HET KIND VAN GROEP 1 (9-18
KG) ERIN ZETTEN.
WAARSCHUWING! Deze instructies hebben,
zowel in de tekst als op de tekeningen, be-
trekking op de installatie van de autostoel op
de rechter achterzetel. Voer echter dezelfde
handelingen uit voor installaties op andere
plaatsen.
1. Plaats de autostoel met de rijrichting mee op
de voor de installatie gekozen zetel (Fig. 4).
WAARSCHUWING! Controleer of de hoofd-
steun van de autozetel niet in de weg zit van
de autostoel: hij mag hem niet naar voren du-
wen (Fig. 5).
2. Duw de gordel van het voertuig door de
achterste doorgang (Fig. 6).
3. Maak de autogordel zodanig aan de gesp
vast, dat de buikgordel door de buikgor-
deldoorgang Gr. 1 (O) loopt (Fig. 7 - Fig. 7A).
4. Steek het diagonale gedeelte van de gordel
door de diagonale gordeldoorgang Gr. 1
(M) (Fig. 8).
5. Span de autogordel zoveel mogelijk aan
zodat de autostoel goed tegen de zitting
gedrukt wordt (Fig. 9).
54