Aansluitingen hyb-
ride module
C2 (OP2)
(voorbeeldvariant)
C1 (OP1)
(voorbeeldvariant)
TR
12V AUX
0V
Zone 10
(voorbeeldvariant)
De hybride module is zo ontworpen dat wijzigingen in de zonetoestanden worden
herkend die minimaal 400 ms duren (EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3
Gevaar
hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Inbraak-, overval- of sabotagesignalen moeten minimaal 400ms duren.
De hybride module is zo ontworpen dat wijzigingen in de storingstoestanden (sto-
ringssignalen) worden herkend die minimaal 10 s duren (EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1
en EN50131-3 hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Houd rekening met het stroomverbruik van de sirene.
Als de 500 mA op de uitgang "0V / 12V AUX" onvoldoende is, voedt u de sirene di-
Aan-
rect met de voeding. Houd in dat geval ook rekening met de maximale stroom afgifte
wijzing
van de voeding.
Aansluitingen sirenes
Flits aansturing
In voorbeeld
0V geen flits
12V flits actief
Sirenes aansturing
In voorbeeld
0V geen sirene
12V sirene actief
TR
Sabotage-uitgang van de sirene
In voorbeeld
0V geen sabotage
12V sabotage
Indien niet gebruikt draadbrug bij
0V
12V IN
0V IN
1 - Storingsuitgang
Schakelaar gesloten: OK
Schakelaar geopend: Storing
Houd rekening met de zone-be-
drading
Programmering Secvest-centrale
Uitgang 402
Uitgangstype: bijvoorbeeld "externe
flits"
Uitgang 401
Uitgangstype: bijvoorbeeld "externe
sirene"
Geen programmering nodig.
Bij aansturing van deze ingang sig-
naleert de centrale "H/M x sirene sa-
botage" (hybride module X sirene
sabotage)
Zone 410 (bijvoorbeeld variant)
Zonetype: "Storing ext signaalgever"
Montage
159 |
NL