Babboe Mountain Manuel D'utilisation page 56

Symptom
Haben Sie den
Akkupack
vollständig
aufgeladen?
Verwenden Sie
Die Fahrstrecke hat sich das System
verringert. Symptoom unter
Bedingungen
mit niedrigen
Temperaturen?
Ist der Akkupack
De rijafstand is afgenomen.
verbraucht?
Die Geschwindigkeit wird
auch während der Fahrt
nicht angezeigt und das
(Weergave A)
Funktionsdisplay blinkt.
De snelheid wordt niet weergegeven, zelfs
tijdens het rijden, en de functieweergave
knippert.
(Weergave X)
Een lamp hulpmodus licht rood op en een
omschrijving van de fout wordt
aangegeven in de functieweergave.
Foutmeldingen
110
Prüfen Aktion
Laden Sie den Akkupack voll auf (F).
Die normale Fahrstrecke wird wieder
hergestellt, wenn die Umgebungstemperatur
Controleer ansteigt. Zusätzlich verbessert eine Actie
Lagerung des Akkupacks vor der Verwendung
Laadt u de accu Laad de accu op totdat
volledig op? deze vol (F) is.
drinnen (an einem warmen Ort) die
De normale reisafstand
Fahrstrecke unter kalten Bedingungen.
wordt hersteld wanneer de
omgevingstemperatuur
Gebruikt u het stijgt. Als u de accu voor
systeem bij lage gebruik binnenshuis
Ersetzen Sie den Akkupack.
temperaturen? bewaart (op een warme
locatie) neemt het
reisbereik onder koude
omstandigheden toe.
Der Geschwindigkeitssensor kann kein
Is de accu
richtiges Signal erkennen. Schalten Sie die
Vervang de accu.
versleten?
Stromversorgung der Anzeigeeinheit
aus und dann wieder ein. Wählen Sie den
Unterstützungsmodus und fahren Sie
dann eine kurze Strecke. Achten Sie
De snelheidssensor kan
ebenfalls darauf, dass der Magnet korrekt
een juist signaal niet
detecteren.
an den Speichen der Räder montiert ist.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in.
Selecteer de hulpmodus in
en fiets dan een klein
stukje.
Zorg ook dat de magneet
correct gemonteerd is aan
de spaken van de wielen.
Symptom
Die Geschwindigkeit wird angezeigt, aber
das Funktionsdisplay blinkt. (Leistungshilfe
Symptoom
Symptoom
ist gestoppt.)
(Weergave A) (Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is functieweergave knippert. (Hulpstroom is
gestopt.) gestopt.)
(Weergave X) (Weergave X)
De indicator hulpmodus en de De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.) is gestopt.)
Die Hauptfahranzeige Display und „Er"
werden abwechselnd angezeigt und eine
(Weergave A) (Weergave A)
Fehlerbeschreibung wird im Funktionsdisplay
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
angezeigt.
tijdens het rijden en „Er" worden tijdens het rijden en „Er" worden
afwisselend weergegeven, en een afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave. functieweergave.
(Weergave X) (Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER" worden rijden-hoofddisplay en „ER" worden
afwisselend weergegeven en een afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave. functieweergave.
51
Prüfen Aktion
Hierbei handelt es sich
nicht um eine Fehlfunktion.
Controleer Actie
Controleer Actie
Das Leistungshilfesystem
befindet sich in einem
normalen Betriebszustand.
Dieser Zustand kann
abhängig von der Stärke des
Dit is geen storing. Het is in
Dit is geen storing. Het is in
een toestand waarin de
een toestand waarin de
Pedaltritts und der
bediening van het
bediening van het
Fahrgeschwindigkeit
hulpstroomsysteem
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan normaal is. Deze staat kan
auftreten, kehrt jedoch
voorkomen afhankelijk van voorkomen afhankelijk van
wieder in den normalen
de trapkracht en de trapkracht en
rijsnelheid, maar het keert rijsnelheid, maar het keert
Zustand zurück,
terug naar de normale terug naar de normale
wenn bestätigt wird, dass
toestand indien er is toestand indien er is
bevestigd dat het systeem bevestigd dat het systeem das System normal
normaal is. normaal is.
funktioniert.
Das Problem tritt im
Akkupack
auf. Schalten Sie die
Stromversorgung aus und
schalten Sie das Gerät
dann wieder ein. Wenn Sie
das Problem nicht klären
können, Kontaktieren Sie
Het probleem doet zich Het probleem doet zich Babboe.
voor in de accu. Schakel de voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel uw accu dan zo snel
mogelijk inspecteren door mogelijk inspecteren door
een dealer. een dealer.
51
111