7.3
ONDERBLAD _____________________________________________________________
1. Lees Hoofdstuk 7.2 alvorens de afstelling te verrich-
ten.
2. Begin de afstelling bij het voorste einde van de kooi,
gevolgd door het achterste einde. De voorste rand
van het kooimes is de rand die het eerst over het
onderblad gaat terwijl de kooi in de normale richting
draait.
Voorste rand
!
VOORZICHTIG
Wees uiterst voorzichtig bij het hanteren van de kooi
om lichamelijk letsel en schade aan de snijkanten te
voorkomen.
3. Maak moer (A) los en draai moer (B) rechtsom om
het sledemes dichter bij de haspel te brengen of
linksom om het sledemes van de haspel af te
bewegen.
a. Schuif een voelmaat of opvulstuk van 0,025 -
0,075 mm tussen het kooimes en het onderblad.
Draai de kooi niet.
7.4
REM _____________________________________________________________________
Een juist afgestelde rem vereist 4,5 kg trekkracht
bovenaan de remhefboom om in te schakelen en moet
vrijgezet 38 mm hart-op-hart afstand hebben.
1. Kleine afstellingen worden aan de hendel uitgevoerd.
Draai de moer (H) los, draai de moer (J) om de
remkabel bij te stellen en draai daarna de moer (H)
weer vast.
2. Indien geen afstellingen aan de hendel mogelijk zijn,
dient u de transportwielen te verwijderen en de
afstelling aan de remband uit te voeren.
3. Draai de schroef (K) los en trek aan de kabel tot de
rem de gewenste spanning heeft. Draai de schroef
(K) vast. Stel (H) en (J) opnieuw bij.
All manuals and user guides at all-guides.com
Richting
Afb. 7B
AFSTELLINGEN
b. Stel het achterste einde van de kooi op dezelfde
wijze af en controleer vervolgens de afstelling bij
het voorste einde opnieuw.
4. Draai moer (A) vast. Controleer de afstelling
nogmaals.
Wanneer de kooi en het onderblad juist zijn afgesteld, zal
de de kooi vrij draaien en een stuk krant over de volle
lengte van de kooi doorsnijden wanneer het papier onder
een hoek van 90° ten opzichte van het onderblad wordt
gehouden.
D
H
J
A
B
C
F
E
G
Afb. 7C
38 mm
K
Remband
Afb. 7D
7
19