All manuals and user guides at all-guides.com
Reinig het filter eens in de drie maanden of steeds
na 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste
voordoet. Vaker als u de grasmaaier op een stoffige
ondergrond gebruikt.
Honda (afb. 23): Verwijder het deksel en neem het
filter uit. Controleer het filter zorgvuldig op gaten of
beschadigingen. Een defect of beschadigd filter moet
vervangen worden.
Om vuil te verwijderen, klop het filter
verscheidene malen tegen een hard oppervlak of
blaas met luchtdruk vanaf de achterzijde van het
filter. Probeer het filter niet schoon te borstelen,
aangezien hierdoor vuil in de vezels komt. Een
zeer vuil filter dient te worden vervangen.
Reinig het lichtfilter na 25 werkuren of één keer
per seizoen. Vaker als u de grasmaaier op een
stoffige ondergrond gebruikt.
BOUGIE
De bougie of bougiekabel niet verwij-
deren als u wilt zien of er een vonk is.
Gebruik altijd een goedgekeurd
testgereedschap.
Maak met regelmatige tussenpozen de bougie
schoon (iedere 100 bedrijfsuren). Gebruik een
staalborstel voor het schoonmaken.
Verwissel de bougie als de elektroden al te veel
verbrand zijn of als de bougie beschadigd is. De
aanbevelingen van de motorfabrikant:
Briggs & Stratton: Champion J19LM (RJ19LM),
elektrodeafstand 0,7-0,8 mm.
Honda: NGK BPR6ES,
Elektrodeafstand 0,7-0,8 mm.
ACCU (*)
De accuvloeistof is giftig en bijtend en
kan zware brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met huid, ogen en kled-
ing.
Bij normaal gebruik in het maaiseizoen wordt de
accu opgeladen door de motor. Als de motor niet
gestart kan worden met de startsleutel, kan de
oorzaak een lege accu zijn.
Verwijder de accu door het accudeksel te openen,
de contactpunten met de motor los te maken en de
accu uit te nemen (afb. 24). Sluit de accu aan op de
NEDERLANDS
acculader (bijgeleverd), sluit de acculader daarna
aan op een stopcontact. Laat de accu 24 uur
opladen (afb. 25).
Na opladen de accu weer plaatsen en aansluiten op
de motor (afb. 26).
De acculader mag niet direct op het aansluitcontact
van de motor worden aangesloten. Het is niet
mogelijk de motor te starten met de acculader. De
motor en acculader kunnen beschadigd raken.
WINTERSEIZOEN
Verwijder de accu en bewaar deze volledig
opgeladen (zie boven) op een droge en koele plaats
(tussen de 0°C en +15°C). De accu moet minimaal
één keer per winterseizoen worden opgeladen.
Vóór het begin van het seizoen de accu nogmaals 24
uur opladen.
KOPPELINGSKABEL AFSTELLEN (*)
Wanneer de overbrenging niet is ingekoppeld
wanneer de koppelingsbeugel tegen het stuur
wordt geknepen, of wanneer de maaier als traag of
langzaam wordt ervaren, kan de oorzaak zijn dat
de koppeling in de transmissie slipt. Om dit te
herstellen, stelt u de koppelingskabel als volgt af:
1. Wanneer de koppelingsbeugel is losgelaten
moet de machine zonder weerstand kunnen
rollen. Als dat niet het geval is, schroef dan
stelnippel T in totdat de machine kan rollen
(afb. 28).
2. Als de koppelingsbeugel
ong. 2 cm (stand 1) wordt
ingedrukt, moet er weerstand
zijn als de grasmaaier vooruit
wordt geduwd. Met de beugel
geheel ingedrukt (stand 2) zou
rollen niet moeten gaan.
Schroef de stelnippel T
helemaal uit tot deze stand is
bereikt.
KABEL TOERENREGELAAR
AFSTELLEN (*)
Als het verschil tussen de instellingen in de
toerenregelaar met de hoogste snelheid (stand 3 en
) niet groot is of als er geen verschil is, moet de
toerenregelaar misschien strakker worden
afgesteld (afb. 16).
1. Laat de grasmaaier enkele minuten in stand
lopen.
NL
53