Stalling
• Laat geen brandstof in het reservoir
wanneer de machine opgeborgen wordt
in een gebouw waar de dampen van de
brandstof in contact kunnen komen met
vrije vlammen, vonken of hittebronnen.
• Laat de motor afkoelen alvorens
de sneeuwruimer in een gesloten
ruimte op te bergen.
• Lees steeds de gebruiksaanwijzingen
voor belangrijke details indien de
sneeuwruimer gedurende een lange
periode bewaard moet worden.
Vervoer
• Indien de machine op een vrachtwagen
of een aanhangwagen vervoerd moet
worden, dient men opritten met geschikte
weerstand, breedte en lengte te gebruiken.
• Laad de machine met de motor uitgeschakeld,
en duw ze op de oprit, met behulp van
een geschikt aantal personen.
• Sluit de brandstofkraan (indien
voorzien) tijdens het transport en
verzeker de machine degelijk aan het
transportmiddel met kabels of kettingen.
2.5 BESCHERMING VAN DE OMGEVING
De milieubescherming moet een belangrijk
en prioritair aspect vormen voor het gebruik
van de machine, ten gunste van de civiele
samenleving en de omgeving waarin we leven.
• Wees geen storend element voor uw buren.
• Volg nauwgezet de plaatselijke normen
voor het verwerken van de verpakking, olie,
brandstof, filters, versleten delen of eender
welk element met een sterke invloed op de
omgeving; dit afval mag niet met de huisafval
weggeworpen worden, maar moet gescheiden
worden en aan speciale verzamelcentra
toevertrouwd worden, die de recyclage
van de materialen zullen verzorgen.
• Bij het buiten bedrijf stellen van de
machine, mag deze nooit in het milieu
achtergelaten worden maar moet ze naar
een opvangcentrum gebracht worden,
volgens de geldende plaatselijke normen.
3. LEER DE MACHINE KENNEN
3.1 BESCHRIJVING MACHINE
EN BEOOGD GEBRUIK
Deze machine is een sneeuwruimer
De machine is voorzien van een laadschroef,
beschermd door een carter, die de sneeuw
naar een glijvlak duwt. De toevoerschroef
wordt aangedreven door de motor die
ook de tractie aan de machine geeft.
De machine wordt bediend aan de hand van de
bedieningsknoppen op het instrumentenpaneel.
De bediener kan de machine bedienen en
de belangrijkste commando's inschakelen
terwijl hij steeds rechtop blijft staan, op de
bedieningsplaats, achter de machine.
3.1.1 Voorzien gebruik
Deze machine is ontworpen en gebouwd voor
het ruimen, verwijderen en wegschieten van
sneeuw van voetpaden, tuinen, opritten en
andere oppervlaktes op het niveau van de grond.
De sneeuwruimer mag enkel gebruikt
worden om sneeuw te verwijderen.
3.1.2 Onjuist gebruik
Eender welk ander gebruik, dat afwijkt van wat
hierboven beschreven is, kan gevaarlijk zijn en
schade berokkenen aan personen en/of zaken.
De volgende situaties behoren tot het onjuist
gebruik (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
• De machine gebruiken op oppervlaktes boven
het niveau van de grond, zoals daken van
woningen, garages, veranda's of gebouwen.
• De toevoerschroef in werking
zetten bij aanwezigheid van andere
elementen dan sneeuw (bijvoorbeeld
aarde, gras, stenen, enz.).
• Ladingen trekken of duwen;
• Kinderen of andere passagiers te vervoeren.
BELANGRIJK Het onjuist gebruik
brengt verval van zowel de garantie als
de aansprakelijkheid van de fabrikant
teweeg waardoor de gebruiker zelf
verantwoordelijk is voor schade of letsel
die hijzelf of anderen oplopen.
3.1.3 Type gebruiker
Deze machine is bestemd voor gebruik
door consumenten, d.w.z. door niet
professionele bedieners. Ze is bestemd
voor een "amateuriëel gebruik".
BELANGRIJK De machine mag
steeds slechts door een enkele
bediener gebruikt worden.
3.2 VEILIGHEIDSSIGNALEN
Er zijn verschillende symbolen op de machine
aanwezig (afb. 4 ). Hun taak is de bediener
te herinneren aan het gedrag dat hij moet
NL - 4