Nederlands
► Controleren of de slijtagemarkeringen (1 tot 4)
op de zaagtanden zichtbaar zijn.
► Als één van de slijtagemarkeringen op een
zaagtand niet zichtbaar is: de zaagketting niet
gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
► Met behulp van een STIHL vijlkaliber controle‐
ren of de aanscherphoek van de zaagtanden
van 30° is aangehouden. Het STIHL vijlkaliber
moet passen bij de steek van de zaagketting.
► Als de aanscherphoek van 30° niet werd aan‐
gehouden: de zaagketting aanscherpen/slij‐
pen.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken
wij u contact op te nemen met een STIHL dea‐
ler.
10.4
Kettingrem controleren
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
WAARSCHUWING
■ De zaagtanden van de zaagketting zijn
scherp. De gebruiker kan zich verwonden.
► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐
aal dragen.
► Proberen, de zaagketting met de hand over
het zaagblad te trekken.
Als de zaagketting niet met de hand over het
zaagblad kan worden getrokken werkt de ket‐
tingrem.
► Als de zaagketting met de hand over het zaag‐
blad kan worden getrokken: de kettingzaag
niet gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
De kettingrem is defect.
10.5
Bedieningselementen controle‐
ren
Gashendelblokkering en gashendel
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Probeer de gashendel in te drukken, zonder
de gashendelblokkering in te drukken.
► Als de gashendel kan worden ingedrukt: de
kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
De gashendelblokkering is defect.
► Gashendelblokkering indrukken en ingedrukt
houden.
► Gashendel indrukken en weer loslaten.
► Als de gashendel stroef beweegt of niet terug‐
veert in de uitgangsstand: de kettingzaag niet
gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
De gashendel is defect.
18
11 Met de motorzaag werken
Motor afzetten
► Motor starten.
► Combischakelaar in stand
De motor slaat af en de combischakelaar veert
terug in stand .
► Als de motor niet afslaat:
► Combischakelaar in stand
De motor slaat af.
► Kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
De kettingzaag is defect.
10.6
Kettingsmering controleren
► Motor starten en kettingrem lossen.
► Zaagblad op een lichtgekleurd oppervlak rich‐
ten.
► Gas geven.
Zaagkettingolie wordt weggeslingerd en is her‐
kenbaar op het lichtgekleurde oppervlak. De
kettingsmering functioneert.
11 Met de motorzaag werken
11.1
Winterstand instellen
Als er bij temperaturen beneden de +10 °C wordt
gewerkt is er kans op ijsvorming in de carbura‐
teur. Om ervoor te zorgen dat er extra warme
lucht, die van de motor komt, rondom de carbu‐
rateur stroomt, moet de winterstand worden
ingesteld.
LET OP
■ Als er bij temperaturen boven de +10 °C in de
winterstand wordt gewerkt kan de motor over‐
verhit raken.
► Zomerstand instellen.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
1
► Kapsluitdoppen (1) 1/4 slag linksom draaien.
► Kap (2) wegnemen.
► Schuif (3) omhoog trekken.
plaatsen.
plaatsen.
1
0458-788-7621-B. VA0.L20.
3