11 Met de motorzaag werken
WAARSCHUWING
■ De zaagtanden van de zaagketting zijn
scherp. De gebruiker kan zich verwonden.
► Werkhandschoenen van een slijtvast materi‐
aal dragen.
► Proberen, de zaagketting met de hand over
het zaagblad te trekken.
Als de zaagketting niet met de hand over het
zaagblad kan worden getrokken werkt de ket‐
tingrem.
► Als de zaagketting met de hand over het zaag‐
blad kan worden getrokken: de kettingzaag
niet gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
De kettingrem is defect.
10.5
Bedieningselementen controle‐
ren
Gashendelblokkering en gashendel
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Proberen de gashendel in te drukken, zonder
de gashendelblokkering in te drukken.
► Als de gashendel kan worden ingedrukt: de
kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
De gashendelblokkering is defect.
► Gashendelblokkering indrukken en ingedrukt
houden.
► Gashendel indrukken en weer loslaten.
► Als de gashendel stroef beweegt of niet terug‐
veert in de uitgangsstand: de kettingzaag niet
gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
De gashendel is defect.
Motor afzetten
► Motor starten.
► Combischakelaar in stand
De motor slaat af en de combischakelaar veert
terug in de stand .
► Als de motor niet afslaat:
► Combischakelaar in stand
De motor slaat af.
► De kettingzaag niet gebruiken en contact
opnemen met een STIHL dealer.
De combischakelaar is defect.
10.6
Kettingsmering controleren
► Motor starten en kettingrem lossen.
► Zaagblad op een lichtgekleurd oppervlak rich‐
ten.
► Gas geven.
0458-890-7621-B. VA0.A21.
plaatsen.
plaatsen.
Zaagkettingolie wordt weggeslingerd en is her‐
kenbaar op het lichtgekleurde oppervlak. De
kettingsmering functioneert.
11 Met de motorzaag werken
11.1
Winterstand instellen
Als er bij temperaturen beneden de +10 °C wordt
gewerkt is er kans op ijsvorming in de carbura‐
teur. Om ervoor te zorgen dat er extra warme
lucht, die van de motor komt, rondom de carbu‐
rateur stroomt, moet de winterstand worden
ingesteld.
LET OP
■ Als er bij temperaturen boven de +10 °C in de
winterstand wordt gewerkt kan de motor over‐
verhit raken.
► Zomerstand instellen.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
1
► Filterdeksel (1) uitbouwen.
► Schuif (2) omhoog trekken.
3
► Schuif (2) tot aan de aanslag in de geleidingen
(3) schuiven.
De schuif klikt merkbaar vast.
► Filterdeksel (1) aanbrengen.
11.2
Zomerstand instellen
Als er bij temperaturen boven de +10 °C wordt
gewerkt moet de zomerstand worden ingesteld.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
Nederlands
2
3
19