3M DBI-SALA Ultra-Lok RSQ Mode D'emploi page 46

zelf te resetten. Verzend de eenheid naar een geautoriseerd servicecentrum voor resetting.
INSPECTIESTAPPEN: Inspecteer het valstopapparaat (SRL) als volgt op de in de paragraaf Inspectiefrequentie
aangegeven intervallen:
Stap 1. Inspecteer op losse schroeven en verbogen en beschadigde onderdelen.
Stap 2. Inspecteer de behuizing op vervorming, breuken of andere beschadigingen. Controleer of het zwenkoog
op geen enkele wijze is beschadigd of vervormd. Zorg ervoor dat het zwenkoog vrij kan draaien.
Stap 3. Reddingslijn moet volledig afrollen en weer oprollen zonder aarzelingen of verlies van spanning op de lijn.
Stap 4. Controleer of het valstopapparaat (SRL) blokkeert wanneer krachtig aan de reddingslijn wordt
getrokken. Het blokkeren moet duidelijk gebeuren, zonder slippen.
Stap 5. De labels moeten aanwezig en volledig leesbaar zijn (zie Labeling)
Stap 6. Let op sporen van corrosie op de volledige unit.
Stap 7. Inspecteer de reddingslijnen (afbeelding 12) op insnijding, knikken (12A), gebroken draden (12B),
kooivorming, roest (12C), lasschade (12D), chemische contactoppervlakken of ernstig afgesleten
gebieden (zie afbeelding 12). Schuif de reddingslijnbumper omhoog (afbeelding 10) en inspecteer
draadogen op breuken of schade en inspecteer staaldraad op roest en gebroken draden. De reddingslijn
moet over de gehele lengte vrij zijn van knopen. Inspecteer op overmatig vuil, verf en roestvlekken.
Inspecteer op chemische of hitteschade te herkennen aan bruine, verkleurde of broze gedeelten.
Inspecteer op ultravioletschade te herkennen aan verkleuring en de aanwezigheid van splinters en losse
stukjes op het oppervlak van de reddingslijn.
Stap 8. Voer met de hand een trektest uit om te controleren of het Ultra-Lok RSQ valstopapparaat (SRL) in
afdalingsstand naar behoren werkt:
A. Pak de reddingslijn vast en geef er een stevige ruk aan om het systeem te activeren.
B. Trek nog ongeveer 1 meter lijn uit terwijl u het valstopapparaat (SRL) in afdalingsstand zet (zie
Valstopstand/afdalingsstand selecteren:). De lijn moet snel en gemakkelijk afrollen tot het moment
waarop de afdalingsstand gekozen wordt. Daarna moet het aanzienlijk zwaarder worden om de lijn
uit te trekken.
Stap 9. Inspecteer verbindingshaken of karabiners op tekenen van schade, corrosie en werkzaamheid.
Stap 10. Inspecteer elk systeemonderdeel of subsysteem op basis van de instructies van de fabrikant.
Stap 11. Noteer de resultaten van elke inspectie in de rubriek Overzicht van periodiek onderzoek en reparaties in
de handleiding "Algemene gebruiks- en onderhoudsinstructies" (5902392) of gebruik het i-Safe™ RFID-
label van het valstopapparaat (SRL) (afbeelding 10) en het i-Safe™-reader om de informatie te beheren
in de online portal.
DEFECTEN: Als de inspectie of de bediening een defect aan het licht brengt, neemt u het Ultra-Lok RSQ
valstopapparaat (SRL) direct uit dienst en neemt u contact op met een bevoegd servicecentrum voor reparatie.
BELANGRIJK: Alleen Capital Safety of partners die hiervoor schriftelijk zijn geautoriseerd, mogen deze
apparatuur repareren.
ONDERHOUD & SERVICE: De richtlijnen voor onderhoud en service van het Ultra-Lok RSQ valstopapparaat
(SRL) zijn als volgt:
• Maak de buitenkant van het valstopapparaat (SRL) regelmatig schoon met water en een milde zeepoplossing.
Plaats het valstopapparaat (SRL) zo dat het water eruit wegloopt. Labels moeten schoon zijn.
• Reinig de reddingslijn met water en een milde zeepoplossing. Spoel af en droog grondig aan de lucht. Droog
niet geforceerd met warmte. Overmatige vuil- en verfophoping e.d. kan ervoor zorgen dat de reddingslijn niet
meer volledig oprolt, wat een mogelijk valgevaar kan vormen. Vervang de reddingslijn indien er sporen zijn
van overmatige ophoping.
WAARSCHUWING: Als de reddingslijn met zuren in aanraking komt, stel de unit dan buiten dienst en was deze met
een milde zeepoplossing en water. Inspecteer de unit voordat u deze weer in dienst neemt.
• Vervangen van de reddingslijn en aanvullend onderhoud en serviceprocedures moeten worden uitgevoerd
door een geautoriseerd servicecentrum. Autorisatie en een retournummer moeten worden uitgegeven door
DBI-SALA. Smeer geen enkel onderdeel. Demonteer het valstopapparaat (SRL) niet.
OPSLAG: Sla de Ultra-Lok RSQ SRL op in een schone, droge omgeving. Vermijd plekken waar chemische dampen
kunnen voorkomen. Stapel geen voorwerpen boven op het valstopapparaat (SRL). Inspecteer het valstopapparaat
(SRL) grondig na een langdurige opslag. Lichaamsondersteuning en bijbehorende systeemonderdelen moeten
worden gereinigd en opslagen volgens de instructies van de fabrikant.
SPECIFICATIES: Zie afbeelding 1 voor fysieke afmetingen en materialen. Werkingskenmerken zijn als volgt:
• Werkbereik: 15 m
• Noodgevallenreserve: Naast het werkbereik is er in noodgevallen een reserve van 61 cm in beschikbaar.
• Maximale stopkracht: 6 kN
• Maximale stopafstand 2 m
• Capaciteit: 34 kg -141 kg
46