3M DBI-SALA Ultra-Lok RSQ Mode D'emploi page 44

Men dient voorzichtig te zijn wanneer de reddingslijnen in contact met hoogspanningsleidingen kunnen komen.
• Capaciteit: Het valstopapparaat (SRL) is ontworpen voor gebruik door personen met een samengesteld
gewicht (kleding, gereedschap, enz.) van minimaal 34 kg en maximaal 141 kg. Er mag niet meer dan één
persoon tegelijkertijd bevestigd worden.
• Blokkeersnelheid: Situaties waarin geen onbelemmerd valpad mogelijk is, dienen te worden voorkomen.
Het werken in kleine of nauwe ruimtes kan tot gevolg hebben dat er tijdens een val niet voldoende snelheid
wordt bereikt om het valstopapparaat (SRL) te laten vergrendelen. Het werken op langzaam verschuivend
materiaal, zoals zand of graan, kan tot gevolg hebben dat er niet voldoende snelheid wordt bereikt om het
valstopapparaat (SRL) te laten vergrendelen. Een soortgelijke situatie kan optreden tijdens het werken op een
hellend dak, waar een werker zou kunnen schuiven in plaats van vallen. Een vrij valpad is nodig om verzekerd te
zijn van het juist blokkeren van het valstopapparaat (SRL).
• Maximale energie bij afdaling & Afdalingsmaxima: De maximale energie bij een afdaling, de maximale
afdalingsafstand en de maximale afdalingssnelheid bedragen voor het valstopapparaat (SRL):
Maximale energie bij een afdaling =
Max. afdalingsafstand =
Max. afdalingssnelheid =
• Afdalingssnelheid: Als het valstopapparaat (SRL) in de afdalingsstand staat, is de gemiddelde
afdalingssnelheid waarmee de gebruiker neergelaten wordt op de grond 0,6 m/s.
• Horizontale systemen: In toepassingen waarbij een valstopapparaat (SRL) wordt gebruikt in combinatie
met een horizontaal systeem (bijv. horizontale I-balken, trolleys), moeten het valstopapparaat (SRL) en
de componenten van het horizontale systeem compatibel zijn. Horizontale systemen moeten ontworpen en
geïnstalleerd zijn onder supervisie van een gekwalifi ceerde constructeur.
• Ondersteuningsstructuren: Als u een valstopapparaat (SRL) gebruikt met een ondersteuningsstructuur,
moet u ervoor zorgen dat deze structuur (bijv. driepoot, giekarm) compatibel is met de verbinding, bediening,
stabiliteit en sterkte van het valstopapparaat (SRL).
SYSTEEMPLANNING: Plan uw valbeschermingssysteem en hoe het zal worden gebruikt voordat u begint. Betrek
daarbij alle factoren die uw veiligheid beïnvloeden voor, tijdens en na een val. Neem de volgende overweging op
tijdens het plannen van uw systeem:
• Verankering: Afbeelding 2 geeft aanvaardbare verankeringsmethoden voor het valstopapparaat (SRL) aan.
selecteer een stevig verankeringspunt dat een belasting van 10 kN kan dragen. Breng alleen compatibele
verbindingen aan verankeringen aan die voldoen aan NEN-EN 795. Verbindt het systeem alleen met een
bovenhoofdse verankering. Werk niet boven de verankering (zie afbeelding 3).
• Scheef vallen: Een scheve val ontstaat wanneer het verankeringspunt niet recht boven het punt ligt waar de
val optreedt (zie afbeelding 4). De kracht waarmee tegen een voorwerp wordt gestoten in een scheve val, kan
ernstig letsel of de dood veroorzaken. Zorg voor een minimale scheve val door zo veel mogelijk recht onder de
verankering te werken. Vermijd scheef vallen als er letsel kan ontstaan.
• Vrijmaken van afdalingspad en landingszone: Uw afdalingspad moet obstakelvrij zijn. De landingszone
moet volledig obstakelvrij zijn, zodat de gebruiker veilig kan landen (zie afbeelding 5). Als het afdalingspad en
de landingszone niet obstakelvrij zijn, kan de gebruiker ernstig gewond geraken.
• Systeemlengte: Zorg ervoor dat het systeem voldoende lang is om het gewenste afdalingsniveau te
bereiken. Als de staaldraad te kort is, stopt de afdaling voordat het gewenste afdalingsniveau bereikt is en
blijft de werker aan zijn reddingslijn hangen.
• Na een val: Apparatuur die is blootgesteld aan de kracht van een valstop, moet uit dienst worden genomen
voor inspectie (zie Inspectie).
BEDIENING: Algemene procedures voor het gebruik van het Ultra-Lok RSQ valstopapparaat (SRL) zijn de volgende:
WAARSCHUWING: Inspecteer het Ultra-Lok RSQ valstopapparaat (SRL) voor ieder gebruik aan de hand van
de stappen die in het onderdeel Inspectie beschreven worden.
A. Lichaamsondersteuning: Bij het gebruik van DBI-SALA valstopapparaten (SRL's) moet een volledig
lichaamstuig worden gedragen. Voor algemene valbeveiliging maakt u verbinding met de D-ring aan de
achterzijde. Voor situaties als het beklimmen van een ladder maakt u verbinding met de voorkant van het tuig.
Dit is aanvaardbaar mits een mogelijke vrije val bijzonder kort is en er snel voetensteun bereikt kan worden.
B. Verbindingen maken: Wanneer u een haak of karabiner gebruikt om een verbinding te maken, moet u
ervoor zorgen dat uitrollen niet mogelijk is. Gebruik een haak of karabiner die volledig op de verankering
of de verankeringsverbinding ligt (zie afbeelding 2). Volg de instructies van de fabrikant voor elke
component van het systeem. Verbindt het valstopapparaat (SRL) met een geschikte verankering of
verankeringsverbinding (afbeelding 2).
Op afbeelding 6 ziet u de verbinding met een volledig lichaamstuig. Verbindt de zelfborgende musketonhaak
aan het eind van de reddingslijn (6A) aan op het valstophulpstuk van het volledige lichaamstuig (6B). Zorg
ervoor dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Controleer of de haak volledig
gesloten en geborgd is.
Max. gewicht x max. hoogte x # afdalingen
141 kg x 15 m x 1 = 2115 m-kg
15 m
1,8 m/s
44