2.2.1 Batterijen plaatsen / vervangen
Doel van de batterijen: bewaren van de actuele rij- en schakelop-
drachten voor het opnieuw opstarten van het systeem. Batterijen
worden niet meegeleverd.
1. Batterijendeksel aan de
onderzijde van het apparaat
verwijderen.
2. Batterijen plaatsen. Er mogen
alleen 1,5 Volt batterijen van
het type micro (grootte AAA,
ø=10,5 mm x 44,5 mm, wordt
niet meegeleverd) gebruikt
worden. Oplaadbare batterijen
zijn niet geschikt. Let op dat
bij het plaatsen van de batte-
rijen de polariteit (merktekens
"+" en "-") overeenkomen met
de merktekens in de batterij-
enhouder.
3. Batterijendeksel weer monte-
ren en vastschroeven.
– Gebruik alleen hoogwaardige
batterijen (bijv. alkaline bat-
terijen).
– Batterijen alleen uitnemen als
het Central Station is uitgeschakeld.
– Als het Central Station voor langere tijd niet wordt gebruikt, is het
raadzaam de batterijen te verwijderen (om lekken van batterijen te
voorkomen).
– Bij zwakke of lege batterijen verschijnt een waarschuwingssym-
bool in de rechter- en de linkerbenedenhoek van het beeldscherm.
Voorzichtig! Probeer nooit de batterijen weer op te
laden! Dit kan leiden tot verwondingen of brand!
Let bij de aankoop van de batterijen op:
Het contactvlak aan de min-pool van de batterij moet buiten het om-
hulsel van de batterij uitsteken! Dit is bijv. het geval bij de batterijen
van de fi rma VARTA.
Batterijen behoren niet tot het huishoudelijk afval!
Elke gebruiker in de EU is verplicht batterijen bij een
aangewezen verzamelplaats in zijn gemeente of bij de
winkelier af te geven. De batterijen worden van daaruit
op een milieuvriendelijke wijze vernietigd.
Batterijen die schadelijke stoffen bevatten zijn voorzien
van dit pictogram en de chemische symbolen van die
stoffen (Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood)
2.2.2 Central Station opbouwen
Central Station op de houder monteren. Daarbij de klikverbinding aan
de achterzijde, tussen Central Station en houder volledig vastzetten.
De kantelhoek van het paneel is instelbaar.
2.2.3. Aansluiten van de baan
1. Controleer of de netstekker van de voedingstrafo uit de wandcon-
tactdoos is genomen.
2. Verbindingskabel tussen de voedingstrafo en het Central Station
monteren.
3. Voedingsdraden/kabel naar de baan aansluiten.
2 varianten:
a. Aansluiten via de aansluitbox (24088 bij H0 C-rails, 60115 bij H0,
60 115 bij H0 K-rails, 60111 bij spoor 1)
Voorzichtig: de voedingstrafo nooit aan de aansluitbox
aansluiten!
b. Direct aansluiten
Aansluiten met de meegeleverde aansluitstekker (611 719) en het vol-
gende specifi eke aansluitmateriaal bij de verschillende railsystemen:
C: aansluitgarnituur 74040 + een standaard railstuk.
Het aansluitgarnituur 74046 mag niet gebruikt worden.
K: rode en bruine draad (7105, 7102 met een draaddoorsnede
0,19 mm of de rode en bruine draad uit 71060 met een draad-
doorsnede 0,75 mm) + aansluitrail 2290.
Aansluitrail 2292 is hiervoor niet geschikt.
M: rode en bruine draad (dezelfde specifi caties als bij de K-rail)
+ aansluitrail 5111. Aansluitrail 5131 is niet geschikt hiervoor.
25
Central Station mit Update 60212